DE STEDEN VAN ZEELAND
DE STEDEN VAN SCHOUWEN
l
DOOR
Dr. W. S. UNGER en Dr. J. J. WESTENDORP BOERMA
(derde stuk*)
ZIERIKSEE
Als wij de oude Zeeuwse kroniekschrijver Reygersberch
konden geloven, zou Zieriksee in het jaar 849 gesticht zijn
door Zierick (of deftig verlatiniseerd Ziringus), zoon van
Zalandus, die door zijn broer uit Pannonië (Hongarije) ver
dreven was en die zich nu hier ging vermeien met het delven
van ,,derrinck-moer" uit de Zeeuwse schorren om daarvan wit
zout te bereiden.
Boxhorn, die een eeuw later schrijft, drijft terecht de spot
met dit verdichtsel. En toch. wanneer wij het verhaal ontdoen
van zijn versierselen, blijft er een verrassend grote kern van
waarheid over. Algemeen wordt thans immers aangenomen,
dat de naam inderdaad ontleend is aan een overigens onbe
kende Zierik Sigerik)_als Zieriks-ee (ee water), evenals
het Schouwse dorp Elkersee genaamd zou zijn naar zekere
Helgher, die daar land bezat (oorspronkelijk Helghers-ee).
De ee van Zierik moet dan de kreek geweest zijn, die uitmondde
in de Gouwe en waarvan de tegenwoordige Oude Haven het
laatste overblijfsel is. Ook is het mogelijk, dat deze legenda
rische Zierik, hij moge dan een boer of een visser geweest
zijn, zout gewonnen heeft uit het zilte veen, dat hier darinc
of derrie genoemd wordt. Immers worden in een oorkonde
van 776 zeventien zoutketen vermeld „inter Scald et Sun-
nonmeri d.i. tussen (Ooster-)Schelde en Sonnemare, het
noordelijk deel van de Gouwe. Zelfs de opgegeven stichtings-
Zie Archief 1954 blz. 1.