5 laten had, aan boord had genomen. Op de Gouwe ontbrandde een felle strijd, één der merkwaardigste zeeslagen van de gehele Middeleeuwen, die zelfs in het nachtelijk duister nog werd voortgezet. In de morgen van 11 augustus, de dag na Sint-Laurens, werden de Vlamingen op de vlucht gedreven en hun aanvoerder gevangen genomen. Bijna drie eeuwen lang, tot in de 80-jarige oorlog, is jaarlijks op die dag in Zieriksee een grote processie gehouden ter herdenking van het ontzet. De worsteling tussen Holland en Vlaanderen was nu beslist. In 1323 werd Zeeland bewesten Schelde definitief aan Holland afgestaan. Toch bleef op economisch en cultureel gebied de zuidelijke invloed tot omstreeks 1600 duidelijk te bespeuren. Het waren in den regel Mechelse steenhouwers en klokkengieters, die aan het werk gezet werden aan de gods huizen en stadhuizen, die de trots van Zeeland zijn, terwijl Antwerpse schilders de wanden en altaren versierden. De stad, die zozeer bijgedragen had tot het succes, ver diende velerlei beloning. Reeds in 1303 had zij de naaste om geving. het Quaelambacht (later Poortambacht), gekregen en in het volgende jaar het daaraan grenzende ambacht Borren- damme. Enkele dagen na het ontzet schonk Willem van Henegouwen het recht van de korenmaat, waaraan het ter markt gebrachte Schouwse graan onderworpen werd (sinds 1426 moest al het voor uitvoer bestemde koren eerst eer marktdag in Zieriksee te koop geboden worden). In 1305 volgde het verbod voor alle verwers, wevers, touwers, vollers en scheerders om hun bedrijf Beoosten Schelde elders uit te oefenen dan binnen de muren van Zieriksee, een eerste ver melding van lakennering in deze stad. Ook de geestelijke ontwikkeling werd niet vergeten 6 mei 1304 ontving de stad het recht van scholasterij, d.i om aan het hoofd van de school te zetten „enen clerc, die ons ghetrouwe es ende der port orbare". Dat was de Latijnse school, die weliswaar nooit een grote toeloop heeft gehad, maar dan toch genoeg levenskracht bleek te bezitten om haar bestaan langer dan vijf en een halve eeuw te rekken. Deze privileges hebben stellig bijgedragen tot de snel stij gende welvaart. Gaarne nemen wij met De Vos aan, dat de stad omstreeks 1325 is uitgelegd tot de tegenwoordige omvang, die alle eeuwen door voldoende is gebleken (vgl. afb. 3 en 4). Er werden dammen geslagen over de meergenoemde kreek (Dam en Sint-Thomasdam, nu Sint-Anthoniesdamen nieuwe poorten gebouwd de drie nog, in gewijzigde vorm, bestaande Nobel-, Zuidhaven- en Noordhavenpoorten (afb. 8). De stad

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1956 | | pagina 23