9 tingen geëxporteerd, vooral naar de Oostzee. In 1493 moet het zelfs voorgekomen zijn, dat men daarvoor pakhuisruimte te kort kwam. Het darincdelven, dat ook werd tegengegaan door de overheid, beducht voor verzwakking der dijken, kwijnde weg. De koning van Denemarken verleende vrijdom van handel op Noorwegen en IJsland, waar haring, hout, pek, teer e.d. verhandeld werden. Men ging nu ook groter schepen bouwen. In 1459 of 1460 liep te Zieriksee het eerste Zeeuwse kraveel van stapel, naar de bouwmeester (,,een Brittoen") „de Juliaan" gedoopt. Westenschouwen bloeide op tot een belangrijke voorhaven, waar volgens de kroniekschrijver niet minder dan 28 herbergen voor Rijnwijn te vinden waren, doch verzandde plotseling nog vóór het einde der eeuw. De voor naamste schippers verhuisden naar Zieriksee, o.a. in 1476 Cornelis Jansz. alias „Neelle Jan", de stamvader van het geslacht De Huybert. De vissers ankerden bij voorkeur ten oosten van Dreischor bij het gehucht Maye. De handel op de Oostzee kromp in (op 567 Nederlandse schepen door de Sont in 1497 slechts 7 uit Zieriksee!), terwijl de vaart op Spanje en Portugal zo toenam, dat in 1501 de sinaasappels hier goedkoper waren dan Zeeuwse appels en men in de taveernen mocht kiezen of men bier dan wel wijn wilde drinken. In 1528 kwam de Zierikseese schipper Anthonis Mulock na een af wezigheid van anderhalf jaar de Wielingen binnenvallen. Hij was bij „Caput viride" (Kaap Verde) geweest en bracht een lading wijn en zout mee benevens tot dusver hier onbekende kalkoenen. Van zijn volgende reis is de stoutmoedige schipper niet teruggekeerd. Als in 1504 Johanna van Aragon naar Nederland reist, zijn er veel Zierikseese schepen in de vloot, en van de 43 grote schepen, waarmee zij in 1506, vergezeld van haar gemaal Philips de Schone, weer naar Spanje vertrekt, zijn zelfs de meeste uit deze stad afkomstig. Het vorstelijk paar bevond zich met de admiraal aan boord van „de Juliaan" van Jacob Cornelisz. de Huybert. Isabella van Oostenrijk begeeft zich in 1515 als koninklijke bruid naar Denemarken op een „Juliaan" van Jacobs broeder Jan en aan diezelfde schipper op weer een nieuwe „Juliaan" wordt in 1517 haar broeder Karei V toevertrouwd, als hij de Spaanse kroon gaat aan vaarden. Drie maanden wachtte de vloot te Vlissingen op gunstige wind toen joeg ze binnen acht dagen naar Spanje. Op een van deze eervolle tochten heeft vermoedelijk het grote op hout geschilderde tafereel betrekking, dat op het gemeente museum hangt. De roem lijkt ons nogal duur betaald als we

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1956 | | pagina 31