10 lezen, dat Zieriksee en Middelburg de Deense koning bij zijn huwelijk 60.000 ponden Vlaams 360.000) beloofden, waarbij zij er evenwel op rekenden, dat de andere Zeeuwse steden hiervan een passend aandeel zouden overnemen. Omstreeks 1500 telde de stad zeven kloosters, een gasthuis met kerk, een grafelijk kasteel, een gravensteen, een stadhuis en een leprozenhuis, waarbij zich in de 16de eeuw nog een Sint-Rochus- of pesthuis, een oudemanhuis, een weeshuis en diverse hofjes voegden. Maar dit alles werd overschaduwd door het grootse torenplan van de beroemde Mechelaar An- dries Keldermans, later uitgewerkt door diens zoon en klein zoon Antoon en Rombout. Deze Sint-Lievensmonstertoren, waarvan de eerste steen gelegd werd in 1454, zou immers 207 meter hoog moeten worden, d.w.z. hoger dan enige andere toren ter wereld (zie afb. 2), en zelfs thans alleen door de Eiffeltoren overtroffen1). Daarnaast werd de grootste kerk van Zeeland met een oppervlak van 41 are (d.i. even groot als de Haarlemse Sint-Bavo) opgetrokken. Na 80 jaren is het werk aan de toren gestaakt en een machtige torso van 58 meter blijven staan (afb. 2), die nog altijd het merkteken is van de stad. Er was 15761 Vlaams (ƒ94.566) aan ten koste gelegd. De legende spreekt van een stormnacht, die de schepen deed vergaan en 500 vrouwen tot weduwen maakte en van een bouwmeester, die verdronk. De geschiedenis weet hiervan niet, maar wel van een indrukwekkende reeks soortgelijke rampen, die de lust tot bouwen ondermijnde. Evenals alle andere middeleeuwse steden is Zieriksee ge troffen door ontzettende branden. In 1414 was bijna de halve stad in vlammen opgegaan, in 1458 meer dan de helft, op Kerstavond 1466 weer nagenoeg een derde, waaronder een groot deel van de Sint-Lievenskerk. In 1525 verbrandden 125 huizen en 77 zoutketen, waarvan de schade geschat werd op 150.000. Daarbij voegden zich scheepsrampen. Veel schepen en volk gingen verloren in de storm van 27 september 1477. De vloot, die Philips de Schone naar Spanje bracht, beliep ernstige stormschade, en ook in 1508, 1509 en 1512 gingen vele vaartuigen onder. Tijdens een oorlog in de Sont in 1510 berokkenden de Lubeckers aan Zieriksee zware verliezen. Negen jaar later vergingen 15 of 16 grote schepen met 400 ervaren zeelieden. Tegen 18 marsschepen in 1521 telde men er 1De architect T. Haakma Wagenaar is op grond van een nauw keurig onderzoek in een nog ongepubliceerde studie tot de meer aanneme lijke slotsom gekomen, dat de toren op een hoogte van 130 m geprojecteerd was. Ook op die schaal zou het een koning ouder de torens geworden zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1956 | | pagina 32