12
begon men te vrezen, dat de zee in verbinding zou treden met
de lage moergronden in het midden van het eiland en dat
Schouwen geheel zou worden doorbroken. De bekende polder -
deskundige Andries Vierlingh wanhoopte aan het behoud van
het eiland en oordeelde, dat de onderhoudskosten de totale
waarde wel 10- of 20-maal zouden overtreffen. Inderdaad
hebben b.v, in de jaren 15531561 de kosten alleen van het
maken van inlagen langs de zuidkust al nagenoeg 1.400.000
belopen. Keizer Karei V moest dan ook herhaaldelijk het schot
voor vele jaren half of geheel kwijtschelden om de bewoners
in staat te stellen zich tegen de erfvijand te weren. Het darinc-
delven bij de gevaarlijke punten werd nog eens weer verboden,
en de mensen kregen het recht langs 's heren wegen bomen te
planten, ten einde zich van de nodige brandstof te voorzien.
Ook werd duinbeplanting met helm voorgeschreven. In 1540
kwam de keizer persoonlijk de toestand in ogenschouw nemen.
Op 15 juli werd hij door burgemeester Lieven Jacobsz. de
Huybert in zijn huis ,,De Mossel" (nu Sint-Cornelia Liefde
huis) luisterrijk onthaald, o.a. op in Zeeland gerijpte vijgen
en meloenen, hetgeen hem de prijzende opmerking ontlokte,
dat hij in Spanje geen betere gegeten had. De volgende mor
gen reed hij langs de zuidelijke dijk naar Haamstede. Men
had voor die gelegenheid alle dijkers aan het werk gezet en
de aanblik van die kruiende en krammende mensenmenigte
miste zijn effect niet. Het was ook werkelijk een enorme pres
tatie van de poorters van Zieriksee en de Schouwse boeren
het eiland dermate te beveiligen, dat het lot van het naburige
Reimerswaal vermeden kon worden.
Dit alles is voldoende om klachten te verklaren, dat velen
de stad verlaten, dat huishuren en renten niet kunnen worden
opgebracht, dat bijna de helft der huizen leeg staat (1532) en
dat bruggen en vestingmuren vervallen. Wie kon dan geld
offeren voor een hemelbestormende toren? In 1543 zijn er in
de stad nog maar 1301 huizen. Slechts zeven personen, waar
onder Lieven Jacobsz., trokken uit de koophandel een inkomen
van 2000. Het moet ons verbazen, dat men toch nog in
15241526 naar ontwerp van mr. Harman van Aeken een
nieuw gravensteen (afb. 5) wist op te trekken en in 15501554
een nieuw stadhuis (afb. 7).
En nu hebben wij nog niet eens gesproken over de politieke
woelingen, die af en toe het maatschappelijk leven ontwrichtten.
Er was in de afgelegen eilandstad een eigengereide bevolking
opgegroeid, die weliswaar uit eigenbelang in den regel de
landsvorsten steunde, maar soms hevig kon ontvlammen. Reeds