13
in 1346 legde Jan van Beaumont een boete van 2400 gouden
schilden op wegens opstandigheid. Zelfbewustzijn spreekt uit
het in het gemeentearchief nog aanwezige verdrag van 18
maart 1425, waarin alle 40 gilden beloven alle lasten gezamen
lijk te dragen, de privileges te handhaven en de graaf niet te
huldigen, voordat alle boeten zijn kwijtgescholden, en dit met
hun zegels bekrachtigden. In dat jaar weigerde Zieriksee dan
ook alleen onder de Zeeuwse steden Philips de Goede te
erkennen. De stad moest na de slag bij Brouwershaven door
een kort beleg daartoe worden gedwongen. In 1472 wekte de
invoering van accijnzen door Karei de Stoute dusdanige be
roering, dat 's hertogs commissarissen, Jan Simons, provisor
van Walcheren, en Michiel van Heenvliet, baljuw van Zie
riksee, ten stadhuize door het woedende volk vermoord en
door de vensters op straat gesmeten werden. Ontzet wierpen
de leden van de magistraat de tekenen van hun waardigheid
ter aarde. Vooraanstaande gildebroeders namen het bestuur
op zich samen met een populaire ex-schout. Dergelijke beledi
gingen liet de heetgebakerde hertog niet ongewroken. Hij
dreigde de stad te verdelgen en liet zich pas vermurwen, toen
de hele bevolking, oud en jong, hem genade smekende tege
moet trok. Zo bleef het bij de terechtstelling van twaalf rad
draaiers en een boete van 30.000. Alle vaak zo duur betaalde
privileges werden uitgeleverd (in 1477 gaf Maria van Bour-
gondië ze terug), de poortdeuren uit de hengsels gelicht en
een bezetting in de stad gelegd. Vier en twintig van de rijkste
en beste burgers moesten als gijzelaars mee naar Brussel.
Voor het stadhuis werd een kruis opgericht. Ook was door
de bisschop van Utrecht het interdict uitgesproken wegens
de moord op de geestelijke Jan Simons, doch dit werd in 1473
weer opgeheven. In 1474 helpen de burgers al weer kracht
dadig mee bij het beleg van Neuss door Karei de Stoute.
Ook in de laatste opflikkering der Hoekse en Kabeljauwse
twisten onder Maximiliaan van Oostenrijk mengde Zieriksee
zich echter aan de zijde der Hoeken, door het zenden van le
vensmiddelen en oorlogstuig naar het belegerde Sluis. Hier zat
waarschijnlijk Adolf van Kleef, heer van Ravestein, achter, de
vader van de veldheer der opstandige Vlamingen, Philips van
Kleef heer Adolf bewoonde in Zieriksee een fraai huis met
hof. Wederom volgde een strafoefening. De stadhouder van
Maximiliaan, Albrecht van Saksen, drong onverwachts de stad
binnen. De regering en nog 60 andere burgers moesten bloots
hoofds om vergiffenis smeken, alle vuurwapens werden uit
geleverd, een zware boete opgelegd en in de beide haven-