17 IJszee. Uit 1599 is een verzoek bekend om vrijdom van con- vooien en licenten voor enige reizen naar „onbekende havenen in Indien"1), maar van uitvoering van dit plan blijkt niets. Dat te Batavia herhaaldelijk Oostinjevaarders binnenvielen met de naam „Zierikzee" of „Wapen van Zierikzee", bewijst natuurlijk volstrekt niet, dat ze ook uit die stad afkomstig waren. In 1621 werd de raad en schepen Nicolaas van Heyst directeur der Westindische Compagnie2). De enige trans atlantische en dan nog meer godsdienstige dan commerciële onderneming, die wij kennen, is de stichting van de Doops gezinde kolonie Swaanendael (Delaware) in 1662 door Pieter Corneliszoon Plockhoy3/. Deze min of meer communistisch opgezette kolonie ging echter spoedig ten gronde. Mocht dan de tijd van de grote vaart voorbij zijn, zodat de tweede stad van Zeeland ver overvleugeld werd door Middelburg, als centrum van landbouw en visserij beleefde Zieriksee in onze Gouden eeuw nog een goede tijd. In 1640 hoorden hier ongeveer 80 vissersschepen thuis naast 150 bin nenvaarders. Wel gingen in de eerste Engelse oorlog niet minder dan 49 schepen verloren, maar met behulp van premies kwam de vloot deze slag te boven en zij ging haar reizen tot bij IJsland uitstrekken. Boxhorn noemt in 1644 als voornaamste takken van bedrijf achtereenvolgens de visserij, de zout- en de meekrapnerincen en de landbouw. Zieriksee werd meer en meer een landbouwcentrum, dat over de dam van 1610 nu ook de Duivelandse voortbrengselen aantrok. In 1566 had de stad daar de grote Vierbannenpolder voor 39.570 gekocht, die zij echter in 1725 weer voor 83.500 van de hand deed om een sas in de voormalige Gouwe te kunnen herstellen. In 1614 werd een kaasmarkt zes maal per jaar ingesteld. In 1655 kwam er uit Schouwen 165.000 pond kaas ter waag, maar tegen het eind der eeuw verliep deze markt (1684 nog 37.000 pond). De veestapel was met een derde verminderd, misschien in verband met de gebrekkige afwatering van het eiland. De strijd tegen de zee ging intussen onverpoosd door. Van 1600 tot 1900 zijn op Schouwen niet minder dan 203 vallen en oeverafschuivingen genoteerd, waarvan 171 aan de zuidkust Toch is er in het begin van de 18de eeuw nog een merk waardige opleving van de koopvaardij geweest. Terwijl de 1 Vriendelijke mededeling van dr. Unger uit de notulen der Admira liteit van Zeeland. Vermoedelijk is West-Indië bedoeld. 2) P. D. de Vos, De vroedschap van Zierikzee, blz. 282. 3) Zie over hem L. and M. Harder, Plockhoy from Zierikzee (1952).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1956 | | pagina 39