41 den overwinnaar door de vrouw, die de onderscheiding genoten zal hebben, worden ter hand gesteld. Onze minister van den eeredienst en binnen- landsche zaken is belast tot het laten doen van de noodige voorschotten door de gemeentebesturen, zullende de kosten worden vergoed uit de sommen, van deeze dag af aan ter beschikking van Onze minister van den eeredienst en binnenlandsche zaken gesteld". Het staat vast dat aan dit decreet in Zuid-Beveland, maar ook in het naburige Nieuw- en Sint-Joosland, uitvoering werd gegeven, hetgeen met enige feestelijkheid gepaard ging. Daarbij maakte de landdrost van de hem gegeven bevoegdheid gebruik door te bepalen dat de ceremonie met klokgelui, omme gang en maaltijd gepaard moest gaan. Alleen van de datum werd afgeweken omdat op de eerste juli de tiendenverhuringen plaats vonden. Aangezien in de tekst duidelijk een oorijzer wordt genoemd, zullen wij het verbod, in de eerste alinea vervat, zo moeten uitleggen, dat slechts één stuk aan het oorijzer mocht wor den gedragen, al lijkt dit inderdaad vreemd. Immers in het decreet wordt zowel het verboden sieraad als het tooisel, dat ter beloning diende, als oorijzer aangeduiddus moet het zelfde voorwerp bedoeld zijn. Het geluk wil nu, dat zulk een sieraad, dat namens de koning is uitgereikt, bewaard is ge bleven, althans tot 1924 toen het te Middelburg op de ten toonstelling van Zeeuwse klederdrachten aanwezig was1). Het bestond uit een oorijzer, voorzien van twee gouden stukken. In de catalogus wordt dit onder nr. 99 vermeld als „Twee gouden stukken met twee gouden spelden. Op last van Koning Lodewijk Napoleon op 7 Juli 1809 uitgereikt aan Leuntje Pieterse Meulpolder, huisvrouw van Kornelis Schipper te Baarland, zijnde zij de verdienstelijkste vrouw in die ge meente, omdat zij het grootste aantal eigen kinderen had gezoogd". De originele stukken betreffende de betaling waren hierbij gevoegd. Uit het bovenstaande moge blijken dat wij hier te doen hebben met een oorijzer en niet met een gouden naald, ook al was het dit laatste dat door gehuwde en ongehuwde vrou wen verschillend werd gedragen. Bovendien was de gouden naald in die tijd reeds zo groot dat hij onmogelijk met twee tegelijk kon worden gedragen. Bellen of strikken. Terwijl men in alle delen van de provincie Zeeland nog 1Het stuk is thans, met de erfgenamen der toenmalige eigenares, naar Canada geëmigreerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1956 | | pagina 71