X
niet der Wetenschappen, dan toch een wetenschappelijk
genootschap.
In het afgelopen jaar ontvielen 14 leden het Genootschap
door de dood, 17 bedankten. Onder de eersten worde geme
moreerd dr. H. van der Kamp, lid sinds 1892, dr. J. H. Vern-
hout, lid sinds 1903, die na zijn terugkeer uit Indië enige jaren
conservator van het Kabinet van Natuurlijke Historie is ge
weest, en mr. J. F. van Deinse, die juist een halve eeuw deel
heeft uitgemaakt van ons Genootschap.
Op de jaarvergadering werden 38 nieuwe leden benoemd,
die op vier na hun benoeming aanvaardden. Het Genootschap
telt thans 16 directeuren en 519 leden; van deze zijn 311 in
Zeeland woonachtig.
In het afgelopen winterseizoen werden vijf spreekbeurten
vervuld door leden, die goed tot zeer goed gemiddeld
31 leden werden bezocht. In de novembervergadering hield
de heer W. K. Hummelen een lezing over Opium. Mevr.
E. Vermaas-van Konijnenburg vertelde in de decemberverga-
dering aan de hand van fraaie gekleurde lichtbeelden van haar
reis naar Ned. Nieuw-Guinea. In januari hield mr. T. Lebret
een voordracht over Jacht. Ornithologie en Recreatie, toe
gelicht door lichtbeelden, waaruit zich een levendige gedach-
tenwisseling ontwikkelde. Drs Th. J. Westerhout onderhield
ons in de februari-bijeenkomst over het werk der Verenigde
Naties in onderontwikkeld gebied (Pakistan), eveneens toe
gelicht door lichtbeelden. In maart besloot de heer W. K.
Schuling de rij der sprekers met een beschouwing over de
betekenis van tuberculeuse schoolinfectie. Beide laatste lezingen
gaven eveneens aanleiding tot een geanimeerde gedachten-
wisseling.
In de januari-bijeenkomst deelde de heer G. J. M. de Greeff
mede, dat hij in de afgelopen zomer bij een bezoek aan Uppsala
het diploma had gezien, waarbij aan Linnaeus het erelidmaat
schap van het Genootschap zou zijn aangeboden. Een ingesteld
onderzoek wees uit, dat deze beroemde geleerde in 1771 tot