56
wijze gedragen omdat het armbandhorloge meer en meer
terrein gaat winnen.
C. De kinderdrachten
De jongetjes droegen tot zij ongeveer 3 jaar oud waren een
jurk en een gebreid mutsje en daarna het costuum der ouderen
met een lange broek, een rond hoedje of een pet en lang haar.
Ongeveer op dezelfde leeftijd legden de meisjes de jurk af
evenals het mutsje, dat 's zondags en bij de doop met gepijpte
lintjes was versierd. Zij kregen dan de grote muts op die
ongeveer hetzelfde model heeft als de vrouwenmuts, en werden
verder gekleed in doek en beuk, rok en schort. Deze kinder
mutsen noemde met toolse mutsen en zij zijn van de vrouwen
mutsen onderscheiden doordat zij de reep missen, zodat de
kant direct aan de bol is genaaid. Deze bol is niet geplooid,
maar heeft een ronde vorm en is van machinaal doorgestapte
tule vervaardigd. Zij wordt over een ondermuts gedragen die
gelijk is aan die der vrouwen. Merkwaardigerwijs werd de
muts niet altijd naar school gedragen en zeker niet wanneer
men van ver kwam. Vaak droegen dan de kinderen bij het
costuum van doek en beuk. in plaats van de toolse muts, een
grote ronde burgerhoed van stroo, met bloemen of veren. Men
deed dit om vrij te zijn van het onderhoud der mutsen, en
bovendien waren de hoeden warm. Deze uitvoering was ge
durende het eerste kwart onzer eeuw gebruikelijk, 's Winters
droegen zij daarbij dan een omslagdoek of zwarte schou~
mankei. De beste mutsen waren van echte kant, meestal echter
van bommenette kant. Door de week waren stukken en spelden
der kinderen van koper, 's zondags ook wel van goud. Het
haar werd als pony gedragen. Tegen het eind van de school
tijd, soms eerder, liet men het haar groeien, en spoedig was dat
lang genoeeg om in een kuif achterwaarts te worden gekamd,
waarna men de muts der volwassenen kon gaan dragen. In
sommige plaatsen geschiede dit ook wel op 13 a 14-jarige
leeftijd 1
D. Rouwdracht
De rouwgebruiken worden hier niet meer ten volle nage
leefd en plaatselijk waren er vroeger ook verschillen in de
duur der rouw. In het algemeen kan gezegd worden dat deze
over naaste familieleden een jaar en een maand duurde, hoewel
wij ook wel een duur van 14 maanden en twee jaar hoorden
1) Voor de enquête betr. het dragen van costuum door Zuidbevelandse
schoolkinders in 1926, zie Archief 1926 p. XXVIXXIX.