XI
lid was benoemd wij riepen de medewerking in van dokter
De Greeff inzake de eventuele verkrijging van een fotocopie
van dit voor ons zo merkwaardige stuk, hetgeen met goed
gevolg werd bekroond. In de vergadering van maart werd
deze copie aan de leden getoond.
In de Algemene Vergadering van april 1955 werd in plaats
van mr. C. F. R. van Roggen tot bestuurslid gekozen mr.
J. Moolenburgh, met wie mr. A. J. W. van Royen was aan
bevolen. De rekening over 1954 werd goedgekeurd zij sloot
met ƒ7743,65 in ontvangsten en ƒ7706,15 in uitgaven, met
een goed slot derhalve van ƒ37,50. De begroting voor 1955
beliep in inkomsten en uitgaven een bedrag van 7470.
Ook nu gelukte het de eindjes aan elkaar te knopen, doch
bedachtzaamheid blijft t.a.v. de geldmiddelen nog steeds
geboden.
In de samenstelling der Commissie voor redactie van het
Archief kwam geen wijziging. Zij bleef bestaan uit mej. dr.
H. C. M. Ghijsen, voorzitster, dr. W. S. Unger, secretaris,
en de heer H. Pieters. Zij deed een aflevering het licht zien,
waarin de serie De steden van Zeeland werd vervolgd en een
laatste artikel over Latijnse scholen in Zeeland verscheen.
Het bezoek aan het museum vertoonde tegenover 1954 een
geringe teruggang. Het aantal betalende bezoekers bedroeg
3482, waarvan 1085 jeugdige personen, aan wie tegen ver
laagd tarief toegang werd verleend. Het vorige jaar bedroegen
deze cijfers resp. 3632 en 1052.
Het Genootschap trad in ruilverkeer met de Archaeologische
Werkgemeenschap voor Westelijk Nederland, die o.a. een
tijdschrift Westerheem" uitgeeft. Het fungeerde als inter
mediair bij het verlenen van een rijkssubsidie aan de Rijks
dienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek.
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
organiseerde dit jaar haar Akademiedagen voor de provinciën