DE WALCHERSCHE ARKADIA DOOR Dr. P. J. MEERTENS Toen de Italiaan Jacopo Sannazaro in 1502 zijn Libro Arcadico in het licht gaf, luidde hij daarmee, naar alle waar schijnlijkheid wel zonder het te beseffen, een nieuw genre in de literatuur in1). Deze eerste Italiaanse herdersroman, die deels in poëzie, deels in proza was geschreven, bracht zijn opgetogen lezers naar een imaginair landschap, een land van een uitzonderlijke schoonheid en liefelijkheid, waar herders en herderinnen, ver van het druk gewoel der steden, eendrach tig en zorgeloos het simpele werk verrichtten dat van hen verwacht werd en waarin zij hun hoogste bevrediging vonden. Haat en nijd bleven verre van dit ydillische oord, waar geen ander leed binnendrong dan dat van de liefde- Zonder deze had het boek immers geen roman kunnen worden. Sannazaro noemde dit land Arkadia, naar het hoge berglandschap in de Griekse Peloponnesus, dat de klassieke dichters beschreven hadden als het aardse paradijs. Het genre had de tijd mee de overgang van de Middeleeuwen naar de Nieuwe Tijd was een periode van woeling en gisting allerwege in Europa, en de uit zijn rust opgeschrikte mens moest wel bekoord worden door de vlucht in het rijk der schone verbeelding, waartoe de arkadische letterkunde hem de gelegenheid bood. Op het voorbeeld van Sannazaro's boek ontstond weldra een lange reeks van herdersromans, in Italië, Spanje, Frankrijk, Enge land en elders, en de uitlopers van deze vloedgolf spoelden ook de Nederlandse literatuur binnen, al was dat dan pas een eeuw later. In 1615 schreef Hooft zijn Granida, in 1617 Rodenburg zijn Trouwen Batavier en Bredero zijn Angeniet, 1Over de arcadia als letterkundig genre is vrij veel geschreven het belangrijkste daarvan isB. W. A. E. Sloet tot Oldhuis, Onze arcadia's (Tijdschrift voor Staathuishoudkunde en Statistiek, 14 (1857), blz. 367—384, 433—468 en 15 (1857), blz. 1—22, 79—107); idem, Nog Iwee arcadia's (t.a.p., 15 (1857), blz. 445468 en 16 (1858), blz. 121136); Jan ten Brink, Romans in proza (Leiden, 1900), hfdst. V; Herderromans.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1956 | | pagina 124