3 ciantschappen vertoont Reimerswaal zelfs het merkwaardige voorbeeld van een vergeving van geestelijke beneficiën ook door wereldlijke besturen in 1506 werden deze officiant schappen, die ter begeving van de magistraat stonden, in dier voege vergeven dat de presentatie door een der schepenen geschiedde en wel door degene, in wiens maand het betref fende choorofficiantschap open viel. Verder waren er in Reimerswaal een klooster der Celle- of broodzusters, in 1387 reeds genoemd, en dat der Reguliere kanunniken, dat in 1407 naar een terrein buiten de stad werd overgebracht een gast huis en het Heilige-Geesthuis verzorgden armen en zieken. De troebelen in de 16e eeuw brachten ook hier beroering dat de beeldenstorm er geen rampen veroorzaakte zal zijn te danken aan de omstandigheid, dat de reliquiën bij particulieren waren ondergebracht of verborgen. Maar ondanks daartegen genomen maatregelen, is ook Reimerswaal tot de Hervorming overgegaan. Tengevolge van de tijdelijke onbewoonbaarheid na 1570 voltrok de verandering zich hier echter al even rustig als bijzonder de bevolking, die zich er nadien vestigde, was bijna uitsluitend de Hervormde leer toegedaan, en na 1591 is van de Katholieke geen sprake meer. Ook cultureel heeft Reimerswaal zekere betekenis gehad. Enkele der priors van het klooster Maria's Paradijs hebben naam gehad als geleerden. De schilder Marinus de Zeeu, ook als Marinus van Reimerswaal bekend, die er omstreeks 1490 werd geboren, moge er alleen zijn naam aan hebben ontleend zijn talrijke tafrelen van geldwisselaars en belastingpachters heeft hij elders geconterfeit zijn vader Claes, in Antwerpen vrijmeester geworden in 1475, moet zich nadien in onze stad hebben gevestigd, doch over zijn kunst is niets bekend. Een rederijkerskamer onder de zinspreuk In minnen versaemt, wordt reeds in 1469 vermeld zij was van zoveel betekenis, dat zij in 1507 er een landjuweel uitschreef. Meer het meeste belang had de economische ontwikkeling der stad. Over de draperie spraken wij reeds. Of de bepaling van graaf Willem III van 1315 dat de kooplieden uit zijn landen, die naar Brabant gingen of vandaar kwamen, hun goederen, uitgezonderd verse vis, eerst moesten brengen op de weekmarkt te Reimerswaal aan die plaats een stapelpositie heeft gebracht, is twijfelachtig. Graaf Willem V, die naast Dordrecht ook andere centra door stapeldwang tot ontwikke ling wilde brengen, schonk in 1357 aan Reimerswaal de stapel der veeteeltprodukten, die de Schelde op- en afgevoerd zouden worden. Dat het economisch leven er reeds vroeg zekere ont-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1957 | | pagina 17