21
ingedijkt, waaruit zich een landbouwonderneming ontwikkelde,
die een der grootste op dit gebied geworden is.
Wijkt in economicis de geschiedenis van de hoofdstad van
Zuid-Beveland in deze periode van de andere Zeeuwse steden
vrij opvallend af, haar staatkundige ontwikkeling vertoont in
hoofdlijnen de trekken, die ook de andere kenmerken familie
regering en de daarmede gepaard gaande reacties in jaren van
bijzondere spanning. Van de onverwachte dood van prins
Willem II trachtten de vrienden van ,,de vrijheid'' gebruik te
maken om o.a. de benoeming van de baljuw te brengen aan
de raad, die wederom zijn intree in de Goese constitutie zou
doen, doch de Staten stonden noch het een noch het ander
toe. Enige jaren smeulde het vuur, om in 1657 plotseling uit
te barsten toen de baljuw Danckerts bij de verkiezing van
boven vermelde rentmeesters naar de opvatting der tegenpartij
zijn bevoegdheden te buiten ging, een samenloop van per
soonlijke ambities en politieke verhoudingen, die hem na een
coup de main in 1658 van het toneel deed verdwijnen. Gevaar
lijker echter waren de woelingen, die in 1692 los braken en
waarbij de burgemeester Adolf Westerwijk het middelpunt
was. Begonnen als conflict over de al dan niet wetmatigheid
van de verkiezing der rentmeesters ook nu, uitgebreid tot
vindicatie van een der bepalingen van de Satisfactie van 1577,
dat de stad geen krijgsvolk behoefde binnen te laten dan op
patent der Staten van Zeeland, ontwikkelde het geschil zich
ten slotte, toen de stadsregering, door de gilden gesteund, de
stadspoorten voor de troepen van Willem III had gesloten,
tot een machtsstrijd waarin wel geen bloed heeft gevloeid doch
waaruit de Oranje-partij gemakkelijk als overwinnaar te voor
schijn kwam. Westerwijk werd ter dood veroordeeld, doch
deze straf werd ten slotte in internering in Den Bosch ge
wijzigd langzamerhand werd ook deze verzacht, en na de
ommekeer van 1702 stond niets zijn terugkeer naar Goes in
de weg, waar hij nadien nog als burgemeester is opgetreden.
Maar hebben deze Goese twisten niet alleen invloed gehad op
de gebeurtenissen in Zeeland van dat jaar, die ook hier de
verwijdering der aanhangers van Oranje meebrachten, zij
hadden ook voor de instellingen der stad zelve ver strekkende
gevolgen.
In 1720 werd door de Staten van Zeeland ..tot meer ruste
en eenigheid in de regeering en tot welvaart van de stad" een
college van altijd blijvende raden ingesteld ten getale van 21,
waaronder beide burgemeesters, die door dezen en de sche-