24
leiding was de aanwijzing van twee leden uit de acht kiezers
als deel hebbend aan de vergaderingen van Municipaliteit en
Comité de Justice men wilde geen „toezienders", waarom
verscheidene leden aftraden. Toen daarop anderen waren
gekozen en bij gedecideerde Oranjeklanten" een adres had
gecirculeerd, opgesteld door zekere De Witt Hamer, dat aan
de Provisionele Representanten, het provinciaal bestuur dier
dagen, was gezonden, geraakte de bal aan het rollen. Deze
zonden een deputatie, o.a. bestaande uit mr. J. H. Appelius
en, later, ,,de burger" J. H. van der Palm, goede Patriotten,
doch van wier latere aanpassingscapaciteiten wij hier reeds
de kiemen zien en die vermakelijk autoritair optraden. Zij
brachten twee compagnieën Franse soldaten in de stad, wier
commandant de sleutels der poorten opeiste, waartegen
wederom met een beroep op de bepalingen der Satisfactie van
1577 vergeefs werd geprotesteerd; zij smoorden de ,,stem
des volks" daar niemand in de vergadering der burgerij, saam
geroepen in de Grote kerk, mocht spreken, en wezen tien
nieuwe leden der municipaliteit aan. De afgetredenen die,
gesterkt door de gebleken sympathie der bevolking, op de
Markt onder de vrijheidsboom bijeen gestroomd, het stadhuis
niet wilden ruimen werden door soldaten met geweld ver
wijderd en in hun eigen vierschaar 1opgesloten. Zo was de
weerstand gebroken. In de gelukkige overtuiging, hun moed
voldoende te hebben getoond en overwegend, dat verder verzet
voor het algemeen belang geen nut meer had, legden de die
hards het hoofd in de schoot en tekenden de gevraagde „soort
verklaring". Hun ontslag bleef gehandhaafd, en tegen 21 sept.
werd een nieuwe verkiezing uitgeschreven. Ook hierbij trad
de commissie weer autoritair op, verklaarde het regerings
reglement voorlopig buiten de orde en stelde eigenmachtig het
getal kiezers op 14 in plaats van 24. Ditmaal evenwel sprong
de mijn verkeerd de burgers herkozen de oude kiezers
Daarop verboden de commissieleden de herkiezing der vier
oud-leden, die het langst zich hadden verzet, en nu hadden zij
in zover succes dat, al werden de anderen herkozen, voor deze
althans nieuwe werden aanqewezen „goede en rechtschapen
patriotten" overigens, zodat ook de Goesenaren tevreden waren.
Een niet onvermakeliik incident, dat men in deze verhoudingen
wel niet zal hebben verwacht, was tot aller genoegen gesloten.
1) Deze was bij de verbouwing van het stadhuis in 17711775 (voor de
oude toestand zie afb. 6) door B. Kramer, waarbij vooral de middenpartij
werd gewijzigd, opnieuw inqericht en met grauwtjes van M. J. Geeraerts
en gesmeed ijzeren hek van M. Sumel versierd. Zij dient thans tot raadzaal.