29
In 1248 werd Schakerloo door graaf Willem II in achterleen
geschonken aan Heinric Buffel, die er na de bedijking van de
Vijftienhonderdgemeten-polder een huis liet bouwen, dat hij
in herinnering aan zijn kruistocht Klein-Egypte noemde. Diens
zoon verwierf voor zijn bezitting, die reeds enige economische
betekenis moet hebben gehad, in 1290 van Floris V een privi
lege van tolvrijdom. Maar toen ook de jonge Buffel in de
successiestrijd na de dood van de laatste graaf uit het Hol
landse huis de Vlaamse zijde had gekozen en, gevangen
genomen, was onthoofd, werden zijn goederen verbeurd ver
klaard. In 1316 kwam Tolen, evenals Goes, aan de jongere
zoon van de overwinnaar in deze strijd, de graaf van Hene
gouwen, als Jan van Beaumont in de geschiedenis bekend.
Onder hem, die de plaats zeer genegen was, ging Tolen een
goede toekomst tegemoet. Hij deed de Oude stad van muren
en poorten voorzien ten onrechte heeft men hieruit tot een
voortijdig stadskarakter geconcludeerd en had, even buiten
de Noordpoort, een huis dat in 1343 vrijwel geheel werd ver
nieuwd en waarvan o.a. de ,,zale" en „mijns heren cameren"
in de rekeningen worden genoemd. De pannering werd krach
tig door hem bevorderd. In 1340 stond hij aan de panne
mannen toe, dat ieder in zijn eigen keet hun aantal bedroeg
in 1340 niet minder dan 38 zout mocht meten en in 1352
werd een uitvoerige ordonnantie op dit bedrijf vastgesteld,
waarbij o.a. van vier „vinders" voor de controle ervan
meldinq wordt gemaakt, evenals van een ijker van de vaten.
Ook de landsheer gedacht de opkomende plaats in 1335 stond
graaf Willem IV aan die van Tolen toe hun eigen haver en
koren vrij van de Dordtse stapel te mogen vervoeren, terwijl
hertogin Margareta in 1346 een algemeen privilege van tol
vrijdom verleende. Ook buitengaats vertoonden de Toolse
schiopers zich. In de Franse zouthavens treffen wij hen vóór
1400 enkele malen aan, en ook in de zoutstad Lünebura werd,
in 1397, een poorter van Tolen gearresteerd in Enaelse
havens komen zij in de 15e eeuw voor. Maar toch vervulde de
zoutindustrie hier de verwachting niet1). In de tweede helft
der 14e eeuw nam de meekrapteelt de voornaamste plaats in
in 1380 kreeg Tolen de bevoegdheid meestoven te zetten, en
sindsdien heeft dit bedrijfde naam Stoofstraat herinnert er
aan tot in de 19e eeuw steun gegeven aan de plaatselijke
welvaart.
Jan van Beaumont werd als heer van Tolen opgevolgd door
1) Niettemin werd, Blijkens de gevelsteen, nog in 1765 de eerste steen
voor een nieuwe keet bij het veer gelegd.