32
teisterd door een brand, waarvan nog twintig jaar later de
gevolgen werden ondervonden eerst in 1553 werden de
bedragen, van ouds toekomend aan de regeringsleden voor het
aanschaffen van een tabbaard ,weer uitbetaald doch in
1550 werd, juist bij het meerderjarig worden van de derde
pandheer, Jan IV, de lening afgelost en hernam Tolen zijn
plaats in de Zeeuwse Staten. Maar niet zijn oude rang Thans
werd het achter Goes geplaatst, en tot het einde der lands
heerlijke periode was het de hekkensluiter in de rij der Zeeuwse
steden.
Kerkelijk vertoont Tolen in de Middeleeuwen het beeld van
geloofseenheid dat ook elders gewoon is slechts op enkele
bijzonderheden worde gewezen. Een sacramentsgilde, vereni
ging van geestelijken en leken, die hulp aan armen en behoef-
tigen beoogde, treft men ook elders aan, maar een instelling
als het Toolse gilde van „Onze Lieve Vrouwe in het kinder
bed", dat zich uitsluitend tot taak stelde hulp te verstrekken
aan behoeftige kraamvrouwen, is veel zeldzamer. De Gulden
Mis tenslotte, die sinds M89 jaarlijks tussen 14 en 21 december
met veel ceremonieel en gelui van alle klokken werd opge
dragen tot verering van de menswording van Christus en die
van een mysteriespel, de Annunciatie voorstellend, werd ver
gezeld, wordt elders zelden aangetroffen. Doch hoezeer onver
dacht Katholiek, had Tolen toch „merckelijcke swarigheden"
tegen de nieuwe indeling der bisdommen van 1559 waarbij dat
deel van het eiland, dat van ouds onder de bisschop van Luik
had gestaan, onder het gezag van het nieuw-gecreëerde bisdom
Middelburg werd gebracht, daar het zich hierdoor in zijn
voorrechten bedreigd achtte. En in de bewogen jaren 1565 en
1566, toen de eerste sporen van het optreden der Calvinisten
ook hier te constateren vielen, ontstonden tevens moeilijkheden
tussen geestelijkheid en stadsbestuur, die elkaar op politieke
motieven tot bij de landvoogdes dwars zaten. In 1570 vond
beroving der kerk plaats en ook van „beeldenbrekingh" wordt
melding gemaakt, maar doorzetten deed de Reformatie zich
hier nog niet. Evenals te Goes, bleven te Tolen de regering
en een belangrijk deel der burgerij het Katholicisme lang
getrouw, en zelfs de overgave der stad in het voorjaar van
1577 bracht hierin aanvankelijk geen verandering.
Alva, de betekenis der vesting onderkennend, had 25 april
1572 een vast garnizoen binnen Tolen gelegd de vesting
werken werden gemoderniseerd, waardoor de stedelijke geld
middelen zeer werden bezwaard en ontevredenheid niet uit-