34
heel duidelijk geopenbaard, en in 1596 en volgende jaren werd
de vesting onder goedkeuring van prins Maurits door de
bekwame vestingbouwkundige David van Orliens met steun
der Staten van Zeeland verbeterd en versterkt. De wallen,
geaccentueerd tot zeven bolwerken, werden verhoogd, de vest
verbreed en het systeem der poorten gewijzigd aan de over
zijde van de Eendracht werd een kroon- of hoornwerk aan
gelegd, Slikkenburg genaamd. In het begin van 1603, toen de
Spanjaarden een nieuwe aanval voorbereidden reeds voer
den zij materiaal aan om een brug te slaan over de rivier
werden door de Admiraliteit oorlogsschepen voor Tolen ge-
stationneerd. Niet alleen de stad zelf werd in deze tijd ver
sterkt de rivier de Eendracht, de Heenetrecht der Middel
eeuwen, die door de heren van Vosmeer gedeeltelijk gegraven
moet zijn in het belang van afwatering zowel als verdediging,
werd zowel aan de Toolse als vooral aan de Brabantse zijde
van een reeks van versterkingen o.a. de forten Oranje,
Maurits, Zeeland en Nassau en redouten voorzien, en
daarmee tot een sterke oostwal voor heel het Zeeuwse land
gemaakt (afb. 7). Volgens de Statennotulen was de fortifi
catie van Tolen in 1622 voltooid. Haar belang blijkt ook uit
de instelling van het commiesschap der fortificatiën, waaronder
zowel de stedelijke als de buitenwerken ressorteerden. Maar
beproefd is deze stelling in de Spaanse oorlog niet meer.
Langzamerhand verviel daarna de eens zo geduchte linie zowel
door verwaarlozing als door natuurrampen Slikkenburg was
in de 18e eeuw „vervallen" en het fort Nassau was reeds door
de vloed van 1682 ten onder gegaan. In 1712 was het eens zo
sterk bevestigde Tolen ten prooi aan een raid van een Franse
bende, die vanuit Brabant komend de stad plunderde en
brandschatte. Ook het jaar 1747 zag Tolen in rep en roer.
Het beleg van Bergen-op-Zoom door de troepen van Lodewijk
XV bracht het in ernstige verlegenheid. In allerijl werden
nieuwe versterkingen ontworpen en de inundaties aan de Bra
bantse kant in werking gesteld, ten einde Steenbergen voor
de Fransen te beveiligen en hun de toegang tot de Eendracht
te beletten. De val van Bergen leek grote gevaren mee te
brengen, en alles werd tot verweer gereed gemaakt. Doch
gelukkig hield de vijand af en het gevaar van overmeesterd,
of ten minste van Holland afgesneden te worden, ging aan
de stad voorbij. Eerst aan het einde van de Franse tijd zou zij
meer van nabij met de oorlog in aanraking komen.
Hoe belangrijk echter een plaats de frontier-betekenis in de
geschiedenis van Tolen inneemt, als bestaansmiddel der stad