OPMERKINGEN OVER MIDDELEEUWS WALCHEREN VÓÓR DE 13E EEUW*) DOOR Dr. A. C. F. KOCH Ter nagedachtenis aan mijn Vader. Het heeft er de schijn van dat de mediaevist zich de laatste kwart eeuw met betrekking tot Walcheren gaandeweg heeft beperkt tot de passieve rol van adviseur bij de omvangrijke arbeid, die de bodemkundige en de oudheidkundige vooral na de laatste oorlog t.a.v. middeleeuws Walcheren hebben verzet. Het zij toegegeven dat de oudste schriftelijke documentatie over Walcheren schraal is toch gelooft schrijver dezes, belast met een nieuwe uitgave van de oudste oorkonden, betrekking hebbende op Zeeland, dat uit de spaarzame teksten, die het eiland Walcheren in de vroege en volle middeleeuwen be lichten, nog niet al de gegevens getrokken zijn, die er in ver borgen liggen. Dit zal het duidelijkst worden, wanneer wij straks de oudste diplomatische tekst over Zeeland aan een onderzoek zullen onderwerpen. Dit opstel beoogt, vanuit onze kennis van het 13e-eeuws Walcheren een poging te ondernemen ons inzicht in het oudere verleden van dit eiland alsnog te verruimen. Aan het eind van ons onderzoek komt dan de genoemde oudste tekst aan de beurt. Dit opstel, bedoeld als een bespreking van een aantal oorkonden die zullen worder, opgenomen in het door mij uit te geven Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299. is tot stand gekomen dank zij de steun van de Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (Z.W.O.). De heren M. P. de Bruin en H. Pieters dank ik voor opgave van enige literatuur.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1958 | | pagina 15