7 hun klooster dreigden te verdrijven. Wij denken dan, in Zee land, eerst aan de dreiging der elementen. De bul van 1150 richt zich tot abt Walter als tot de abbati Walachriensi. Dit kan betekenen de abt van het eiland Walcheren. Het kan ook wijzen in de richting, door anderen reeds gewezen, dat nl. het oude Domburg, of liever de oudere nederzetting bij Domburg, Walcheren heette. Wij komen hierop aanstonds nog nader terug. 3. De omvang van de gezamenlijke Walcherse parochies Wat ik over de omvang van de gezamenlijke "Walcherse parochies hier te berde zal brengen, maakt geen aanspraak op volledigheid. Het is de bedoeling hieromtrent alleen de punten aan te roeren, die voor het vervolg dienstig zijn. Het is bekend, dat de oorspronkelijke parochies West- kapelle, Oostkapelle, Westmonster, Noordmonster en Souburg of anders gezegd: Domburg23), Middelburg en Souburg samen een gebied bestreken, groter dan het 12e-eeuwse eiland Walcheren. Tot deze parochies behoorden immers ook delen van Noord- en Zuid-Beveland 24Dit betekent, dat de scheiding met deze nu Bevelandse delen ten tijde van de vestiging der eerste parochie of parochies op Walcheren niet zo diep was als later in de middeleeuwen. De bodemkundigen van hun kant hebben duidelijk gemaakt, dat er in de 10e en 11e eeuw in Zeeland ten gevolge van de zgn. post-karolingi- sche transgressie veel erosie werd teweeggebracht, waarbij de zeegaten sterk vergroot werden25). Voordien was Zeeland dus nog niet zo sterk opgedeeld in eilanden 26Dit houdt de mogelükheid in, dat de gezamenlijke Walcherse parochies naar Noord- en Zuid-Beveland toe later nog grenzen vast hielden, die althans in ruwe trekken de 9e of 10e eeuwse grenzen van Walcheren voorstelden. De oorspronkelijke Westmonster-parochie reikte op Zuid- Beveland tot ergens tussen 's Heer Abtskerke en Biezelinge, dus ter hoogte van het (gezien de naamsvorm) waarschijnlijk jongere Eversdijk 27Niet toevallig ligt deze grens naar het 23) Wat wij althans voorlopig Domburg blijven noemen. 24) Joosting en Muller, a.w., blz. 154 vlg., 191. 25) Bennema en Van der Meer, a.w., blz. 145. 26) Ibidem, blz. 38. 27) Joosting en Muller, a.w., blz. 154. Vgl. A. W. Vlam, Historisch- morfologisch onderzoek van enige Zeeuwsche eilanden, inTijdschrift van het Ned. Aardrijkskundig Genootschap, 2e reeks, LX (1943), blz. 62.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1958 | | pagina 21