27
groene, gele en rode zijde. Op dit lint is over de breedte van
de beuk een 5 cm brede geplisseerde kant genaaid, zodat het
lintje er voor de helft onder schuilgaat. Vervolgens is op deze
kant op dezelfde wijze weer een gekleurd geplisseerd lint
genaaid, hetgeen over de gehele lengte van de beuk is herhaald,
zodanig, dat iedere voorgaande strook voor de helft door de
volgende wordt bedekt. De achterzijde van de beuk heeft
alleen een versiering van geplooid lint aan de hals, over welk
lint een afhangende strook is genaaid door welke het lint
zichtbaar blijft. Al deze linten hebben felle kleuren, blauw,
rood of groen, en zijn bovendien versierd met bloemen of
strepen van een andere kleur, terwijl het plissé alleen in het
midden van het lint is aangebracht en de einden glad zijn
gehouden. Deze „opgelegde beuken", die reeds jaren uit de
mode zijn, waren niet geheel uniform, maar lieten enige af
wisseling in de keuze der linten zien.
De tegenwoordige beuk, behorende tot het beste costuum,
is van een zijde-achtige stof van zwarte ondergrond waarin
groene, paarse of blauwe bloemen voorkomen, terwijl sommige
ook nog met kleine geborduurde motieven zijn versierd. Boven
dien zijn op de borst en rug uitgebreide kraalwerken in de
meest uiteenlopende kleuren aangebracht, waarvan dat op de
borst het grootste is. Dergelijke bizar en oosters aandoende
beuken kwamen reeds vóór 1890 in de mode. Bij sommige,
doch lang niet alle, bevinden zich aan het ene deel onderaan
twee lussen en aan het andere twee linten, met behulp waarvan
men dit kledingstuk om het lichaam vastmaakt. Men treft dit
echter talrijker bij vroegere exemplaren aan en dan zijn deze
linten meestal zwart gebloemd. De kraalversieringen, welke
op de beuk zijn genaaid, noemt men kraalstukken of beuk-
stukken. Deze stukken hebben de vorm van een gelobde drie
hoek, welke op de beuk wordt genaaid daarbij is die op de
voorkant van de beuk groter dan die, welke op de achterkant
is aangebracht. Men kocht deze stukken in de winkel en
werkte ze dan verder naar eigen smaak af met kralen en
pailletten, soms gecombineerd met applicatie, terwijl langs de
onderkant versiering van pailletten en kralen bengelt. Langs
de hals zijn de beuken afgezet met een smal galon. Hoewel
bijzonder overdadig en pronkerig, zijn deze beuken toch
smaakvol. Echter was men met het bezit van enkele exem
plaren niet tevreden ongeveer 30 jaar geleden behoorde het
nl. tot de bon ton onder de vrouwen om zo niet iedere zondag
dan toch zeker om de 14 dagen een andere beuk te dragen.
Thans nog is het bezit van een twintigtal exemplaren geen