39
aanblik geeft. Om de hals droeg men het gewone volledige
collier van bloedkoralen in later tijd ook wel een lang snoer
met een gouden ton en op de borst een gouden broche. Een
halve eeuw geleden droeg men ook nog een paar gouden
spelden terzijde van het hoofd in de muts. Zij waren van
cantille en omgekeerd druppelvormig (zie afb. 11).
In de week draagt men een gehaakt mutsje, of een klein wit
mutsje van batist, doch zonder sluiervormig aanhangsel dit
mutsje heet een platje.
H. DE DRACHT VAN HET LAND VAN KADZAND
Inleiding
Zoals wij reeds terloops aanstipten is het aantal kleder
drachten in het westelijk deel van Zeeuwsch-Vlaanderen be
perkt tot één enkel type. Dit costuum is bekend onder de naam
Kadzandse dracht, doch behalve in de plaats Kadzand komt
het in een groot deel van Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
meer dan het v.m. eiland Kadzand voor en wordt het even
goed in Breskens en Schoondijke als in Groede en Nieuwvliet
gevonden, terwijl het zelfs een uitloper schijnt te hebben in
Philippine.
Bij de beschrijving van de Axelse dracht in deze bijdrage
en bij die der Walcherse, Nieuwlandse en Zuidbevelandse
drachten, welke in onze vorige bijdragen werden behandeld,
hebben wij steeds de nadruk gelegd op een zeer duidelijk
aanwijsbaar verband tussen de verschillende costuums. Een
overeenkomst, die niet slechts in de 18e eeuw aanwijsbaar
was, maar die ook voor de tegenwoordige costuums nog steeds
in grote mate geldt. Wel hebben sommige kledingstukken
naar vorm en uitvoering verandering ondergaan, maar elk
dezer costuums wordt nog altijd door dezelfde onderdelen
gekenmerkt, t.w. de dracht van doek en beuk. Daardoor vor
men deze in ons klederdrachtengebied een aparte groep, die
in de opbouw van haar costuums veel minder ver van de 1 Ze
en 18e-eeuwse burgerdracht is verwijderd dan het costuum
van Kadzand, waarvan de beschrijving nu aan de orde komt t).
De tot deze groep behorende costuums hebben een evolutie
meegemaakt, waardoor de aloude dracht van doek en beuk,
door een latere burgerdracht, welke op haar beurt weer ver
starde, werd verdrongen, terwijl uit het Kadzandse costuum
zelfs het oorijzer verdween. Het oude Kadzandse costuum
1Hiertoe behoren ook de drachten van Schouwen en Duiveland,
Tolen en Noord-Beveland, die in Archief 1959 zullen worden behandeld.