55 Kadzands costuum heeft behoord, is van vorm en uitvoering volkomen gelijk aan de Walcherse en evenals deze versierd met twee zwanen. Mantels. De jakken hier nog altijd mantels genoemd die elders in Zeeland steeds kleiner zijn geworden of geheel uit de mode geraakt, laten hier door de lange mouwen en een verlengde schoot een tegengestelde ontwikkeling zien. Tegenwoordig draagt men uitsluitend mantels van zwarte wollen stof, die op de borst stroken en ingenaaide plooien hebben, versierd met galon en git waarop dan meestal nog een gouden broche wordt gedragen, rijk versierd met granaatjes. Op het eind van de vorige eeuw kwamen ook groene, blauwe en bruine mantels voor, ingezet met een wit of gekleurd gazen bovenstuk, en soms met een opstaande gazen hals. Voordat deze mantels in de mode waren heeft de dracht ook nog lange gekleurde japonnen gekend met lange mouwen en ook een combinatie van jak en rok van gelijke kleur en patroon. Beide vormen waren aan de hals laag en vierkant uitgesneden en hierin droeg men een gekleurde halsdoek, de zgn. neusdoek. Soms droeg men luchtig om de hals geknoopt een smal gewerkt zijden dasje, dat een lengte had van een halve meter en afgezet was met kwastjes. Deze behoren echter ook reeds lang tot het verleden. Rokken. Deze zijn van zwart Frans merinos en reiken tot de enkels. Dit merinos is een zeer fijne wolsoort, die ook vooral in Wal cheren en Zuid-Beveland voor rokken en schorten wordt aangewend. De naam zelf is afkomstig uit Spanje, waar eeuwenlang zowel de adel als de kloosters in het bezit waren van uitgebreide kudden rondtrekkende rasschapen (het Spaanse woord merino betekent: zonder vaste verblijfplaats). Schoudermantel en omslagdoek. De schoudermantel, die wij reeds bij de beschrijving van het oude costuum hebben aangetroffen, heeft eveneens in voor- en najaar, wanneer het minder koud was, bij het nieuwe costuum dienst gedaan. In de tweede helft der 19e eeuw beginnen echter reeds gekleurde wollen doeken in de mode te komen. Deze waren ongeveer van dezelfde uitvoering als de Wal cherse, waar zij omstreeks 1880 algemeen werden gedragen. Zij waren ook voorzien van franje, doch werden hier niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1958 | | pagina 77