65 alle die heersscippen off dieghene, die sij aldair van hoire- wegen dairbi sullen senden ende andere, die sullen moegen wesen bi der bestedingen, die men dairaff doen [sal]ende bi der rekeningen, dat dat werck costen sal, om so wie dat minste annemen wille te maken, dat die die naeste dairaff sal wesen op sulke burchtouchte dairaff te doen, als dair onse dijcgraven ende geswoeren tot onss lants behoiff an gehouden moegen wesen, mer des so en sullen onse dijcgrave, geswoeren ofte clerck ofte die heersscippen noch nyemant van hoire wegen dat werck moegen annemen noch deel daerin hebben op die verbuernisse van sulck geit, als dat werck costen sal, ende op een boete van Ilc rijders tegens ons te verbueren. Ende dese bestadinge sal men altijt doen sonder enige scolinge 1dairop te setten. Ende off yemant anname enich werck, dat hij niet verborgen en mochte, soe soude men dat werck bestaden tot dattet verborcht waere in der manieren, alst voirs. is, ende goude dan dat werck min, dat soude onsen gemeenen lande te baten comen, maer goude dat werck meer, dat soude men verhalen an denghenen, die dat werck yerst angenomen hadde ende niet verborgen en conde. Ende in desen bestadingen so sal onse dijcgrave mitten geswoeren die tijt nomen ende ordi neren dairenbinnen dat men dat werck beghinnen, opleveren ende volmaken sal, ende wanneer die wercluyde huer geit hebben sullen. Ende wairt, dat dat voirs. werck tot dier tijt niet volmaict en worde, soe soude onse dijcgrave dairin moegen vallen van onsen wegen mit alsoe vele werckluyden, als den geswoeren redelic duncken sal. Des so sal dieghene, die dat eerst angenomen heeft, off zijn borghe den werckluyden be talen alle wercke tot huerenwille off huere gemoede dairaff hebben ende en doet hij des niet, so sal onse dijcgrave den arbeyder selve betalen off zijn gemoede hebben ende vierscatte dat weder inpanden op den nemer off zijne borgen, ende dairaff sal hebben onse voors.2) dijcgrave sijn uutgeleyde geit die een helft ende onse gemeene lant die andere helft. (2>. Item, omdat onsen dijcgrave veel gebreckx valt in der wateringen voirscr. van quader betalingen ende tot sijner uut- geleyden gelde niet gecomen en can den arbeyder mede te betalen, so sullen alle onse ambochtsheerscippen, elcx voir 1Komt in deze betekenis niet voor bij Verwijs en Verdam, Middel- nederlandsch Woordenboek, VII kol. 627. In een rekening van het dijk graafschap tussen Honle en Hinkelinge 1496/7 (Rek.-Fruin nr 737) wordt vermeld„ende indien de annemers gebrecklick vallen hair werck te maken ter eerster, He ende Ille schouwe, die verbuert telker reyse sulcke boete als de gesworen dat ordineren, dat men scholinge hiet". 2) Hs. heeft dit woord boven de regel geschreven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1958 | | pagina 91