61
II. Uittreksel uit de boedel van Sara de Roo, overleden
te Schoondijke 11 febr. 1781.
Twee vrouwehoeden.
Drie vrouwemanteltjes, een slaapmuts, een onderkeurs,
schoudermantel, drie schorten, een flemmings keurs en twee
roode vrieze lappen, een geblomde mantel, een serge keurs,
een taarlinge manteltje, twee roode keursen, twee hemdrokken.
In een kleerkiste
Zeventien feitels"1), twaalf ondermutsen en twee paeren
bieze mouwen.
Acht beuken, 23 lanqette en geweve kante trekmutsen, met
neaen fiine kante trekmutsen.
Acht neteldoeke halsdoeken, een feytel, een pakje lint en
naainoed, een dousijn stryklinten, zes paeren moffen, een ge
weve kante mutse en vier bonte zakken.
Vier taarlinqe schorten, een lapje taarling, vier zakdoeken
en twee stiklijven.
Een callemiinke hembdrok, een zwart qestriept flemminqs
keurs, een rood baave keurs, een gestikt keurs, twee serge
keursen en een flemminqe hembdrok
Een flemminqs keurs, een faalje, zestien vrouwe manteltjes
en twee bleinties.
Vier damaste keursen met een flemminqs keurs.
Een paarse chitse schorte, een taerlinqe schorte, een zwarte
qeblomde schorte, twee zwarte zijde schorten, twee roode
taarlinqe schorten, een geblomd cattoene schortje, drie chitse
schorten en twee roode taarlinqe schorten.
Zeventien vrouwehemden, twee paeren kousen, twee stroo-
hoeden ende een reiszak.
Een spane dooze, en daarin vier kante mutsen, een zilvere
snuifdoos, een schaere met zilvere oogen en zilvere ketting,
een zilver hoofdizer met goude koppen, een paar goude strik
ken met paerels, een goud corael slottje en vier qoude ringen.
Twee zilvere beukhaeken, een zilvere naeldekoker en ketting,
twee tour bloedcoralen met goud slot, een qoude hoofdnaalde,
een zilver eau de la reine doosje, een dito naayring, dito
schortepriemtje en een paer dito vrouweschoengespen.
(Rijksarchief in Zeeland. Inv. archief Het Vrije van Sluis nr 428).
1) voorgespelde borstdoek, inzonderheid als morsdoek voor zuige
lingen (Woordenboek Ned. Taal III 2 kol. 4420).