4 gemaakt van bommezijn, zwarte vijfschaft, bruin of blauw laken of zwarte serge. Dit was een klepbroek, die op de buik gesloten werd met een paar zilveren broekstukken, ook wel broekknopen genaamd, geflankeerd door een paar klepknopen van kleinere uitvoering. Ter hoogte van de knie bevond zich een split, waarbinnen zich de gestreepte onderbroek en de gekleurde kousenbanden vertoonden, en waar soms ook een zilveren beengesp was aangebracht. Rokken en vesten. Over de hemdrok droeg men het vest en daarover de rok, die lang of kort, lankrok en kortrok werden genoemd. De lankrok is de oudste later werden zij afwisselend gedragen. Van de stoffen, die hiervoor werden gebruikt, noemen wij zwarte serge, blauw en bruin laken, vriese, bommezijn en peper-en-zoutkleur. Onder de vesten troffen wij er ook aan van bruine serge en zwart damast. Kousen en schoenen. Onder de kousen kwamen niet alleen zwarte voor, maar ook blauwe en rode, alsmede gestreepte. De schoenen waren laag van model men droeg hierop grote zilveren gespen. B. De vrouwendracht Tot deze dracht behoorden in de 18e eeuw de ook elders voorkomende kledingstukken, t.w. mutsen met een oorijzer, doeken, beuken, „stickliefmantels, schoudermantels, faalje, rokken en schorten en een hoed. Mutsen. Hoewel het niet duidelijk is of deze misschien tot het alge mene burgercostuum behoorden, willen wij volledigheidshalve melding maken van het voorkomen in een boedel van twee „huyven" en twee „snuytmutsen", terwijl daarin ook de ge bruikelijke opsomming van andere onderdelen werd gevonden, die in ieder geval tot het streekcostuum behoorden. Overigens komen de mutsen alleen voor onder de bekende benaming van trekmuts of als trekmutsen met langette, trekmutsen met wever en trekmutsen met kant. Behalve van een verschil in stof zal hierin ook een verschil in uitvoering liggen en zullen de wever en de kant op een aangenaaide strook duiden, waarin de oor sprong van de tegenwoordige sluiermuts is gelegen. Een aan genaaide staart van de Walcherse kindermuts noemde men vroeger eveneens een wever, en een onderdeel van de Nieuw-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1959 | | pagina 18