5 landse muts droeg die naam ook. Behalve deze droeg men ook een ondermuts. Het oorijzer. Dit wordt beschreven als ,,een zilver hooftijser of hooft- buigel met gouden stikken of stukken". In de loop der 18e eeuw beginnen deze stukken te verdwijnen en maken dan plaats voor gouden krullen, die rond 1800 reeds veelvuldiger voorkomen. De krullen hebben niet de langgerekte vorm, zoals in Walcheren en Axel, maar de spiralen liggen dicht tegen elkaar en lopen naar de top spits toe. Omstreeks 1860 hadden zij een hoogte van 2 cm, en sedertdien is daar niet veel meer bijgekomen. In de boedel van Martinus Greverbroek te Brou wershaven 1770) worden een paar krullen door de zilversmid Joh. Zoetelink getaxeerd op 1.10. F. Cats, mr. zilversmid te Zieriksee, waardeert ze in een boedel van 1785 op £3.6.8. Bellen. Aan de krullen van het oorijzer werden bellen gedragen en deze worden vermeld als „gouwe bellen met parels". Waar schijnlijk zijn dit de gewone klaverbladvormige strikken ge weest, die wij als oudste vorm van oorijzerversiering kennen en die in Walcheren nog altijd als zodanig dienst doen. Zij kwamen echter niet talrijk voor, waarschijnlijk omdat ook krullen nog niet algemeen waren. Naar de afbeelding van Von Bing en Braet von Ueberfeldt te oordelen zouden om streeks 1860 meerdere soorten bekend zijn geweest. Hierover weten wij echter momenteel niets anders en, voorzover ons bekend, worden de laatste driekwart eeuw slechts twee soorten aangetroffen. Hiervan zou de ene hoofdzakelijk in Schouwen voorkomen, de andere in Duiveland. Gouden mutsspelden en voorhoofdsnaald. Vroeger moeten hier ook gouden mutsspelden in gebruik zijn geweestdeze worden vermeld als parelspelden of gouden spelden met parels, terwijl een gouden haarnaald eveneens vermelding vindt. Koralen. Het collier bestond uit drie snoeren bloedkoralen aan een gouden slot, maar het dragen van een enkel snoer was blijk baar algemener en wordt beschreven als „een reeks roode coralen aan een goud slot", of als een reeks bruine kralen, terwijl ook een „tour gitten met een sterreslootje" wordt vermeld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1959 | | pagina 19