6 Doeken en beuken. In elke andere Zeeuwse dracht, zowel tegenwoordig als in vroeger tijd, treft men de benaming beuken aan. In Schouwen echter, waar men dit kledingstuk in de 18e eeuw eveneens kende, werden zij „beudiken" 1genoemd. In de boedel van Adriaantje van Diest te Bruinisse van 23 nov. 1782 komen vier bonte „beudiken" voor, maar in andere worden ook witte aangetroffen. De doeken, welke hierbij werden gedragen, worden vermeld als neteldoekse en zijden van rode kleur of wit. Het sticklief Dit troffen wij in verschillende boedels aan, maar ook hier niet in alle, en zelden meer dan één exemplaar. Doek en beuk droeg men er over heen, terwijl het onderste deel van dit rijg- of keurslijf zichtbaar bleef. Men droeg hierbij losse mouwen en wel hele of halve, naar gelang zij de bovenarm of alleen de onderarm bedekten, welke laatste ook wel hand mouwen werden genoemd. Hele mouwen behoorden er altijd toe, soms voorzien van zilveren of gouden mouwknoopjes, terwijl halve mouwen niet altijd werden gedragen. Het „stick lief" eindigde van voren in een punt en was daar voorzien van een zilveren punthaak, die de vorm had van een rozet met een haak, welke mede diende om de schort op te houden. In één boedel troffen wij ook een gouden ceintuurgesp aan. Mantels. Hieronder dient men jakken te verstaan, die men evenals elders mantels noemde. Zij kwamen in velerlei kleur en uit voering voor, t.w. zwarte, groene, geblomde, gecouleurde, lange zwarte, krippe stoffe, blauw laken en blauwe serge. Schorten. Hieronder troffen wij er aan van sits en neteldoek, terwijl ook wordt gesproken van „boesele, wolle en taerlinge schor ten". Zij waren smal, zodat zij alleen de voorkant van het lichaam bedekten, terwijl de rok er ongeveer 20 cm onder uit kwam. Overige kleding. Behalve kousen in „differente couleuren" worden zwarte en katoene schoudermantels vermeld en ook een „faly". Deze 1) In het begin van onze eeuw sprak men hier nog wel van een „buddoek", niet meer in de betekenis van beuk, want deze werd toen niet meer gedragen, maar in die van chemisette.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1959 | | pagina 20