8
mogen zien, dat wij immers ook in andere drachten aantroffen.
Bij de beschrijving van het Noordbevelandse costuum wordt
op dit verschijnsel nader ingegaan. Een der boerinnen is ge
kleed in een kort hoogsluitend jak van bruine kleur met lange
mouwen, een lange donkere rok en een blauwe schort. Deze
schort wordt korter dan de rok gedragen en beslaat alleen de
voorkant van het lichaam. Verder draagt zij een witte muts
met ruime bol en een korte staart, terwijl het haar in het
midden is gescheiden en de krullen van het oorijzer ter hoogte
van de wang zichtbaar zijn. Om de hals draagt zij een vier- of
vijfrangs bloedkoralen collier met het slot onder de kin. Een
andere boerin op deze afbeelding draagt bovendien een stroo-
hoed, waarvan de rand luifelvormig opstaat en twee lange
gekleurde linten over de borst hangen. Bij haar hebben de
krullen niet de gewone verticale stand maar zijn horizontaal
naar voren gericht, en in plaats van een jak draagt zij een
japon. De klanten zijn voor het marktbezoek in best costuum
gekleed, lange gekleurde japonnen en een grote, van franje
voorziene shawl, waarvan de punten onder een smalle schort
verdwijnen. In zover zijn het zuiver steedse costuums uit die
tijd, maar de tooi van het hoofd verraadt de streekdracht. Ook
zij dragen een muts en het haar in een scheiding, doch de
muts is van kant, dus rijker dan die der boerenvrouwen, maar
deze zijn dan ook niet in haar beste costuum gekleed. Voorts
is boven op het hoofd in de „burger'' muts een grote stolpplooi
aangebracht, die enigszins kokervormig is en muizengat wordt
genoemd. Dit muizengat troffen wij eerder ook wel aan in de
steedse mutsendracht, zoals die binnenshuis werd gedragen.
De sluier aan de muts is iets langer en beide vrouwen dragen
een stroohoed, omwonden met een lint, dat achter aan de
hoed in een strik eindigt. Deze hoeden hebben geen luifel en
de vorm doet denken aan een kaphoed. Het oorijzer met de
krullen is eveneens aanwezig en hieraan hangen gouden
bellen, die niet nader te beschrijven zijn. Een gouden naald
wordt door geen van de afgebeelde personen gedragen en
gouden sierspelden evenmin. Op de tweede afbeelding is een
gouden bel afgebeeld, die sterk doet denken aan de Toolse
bellen en mogelijk een spiegelbel is1).
De andere details laten verschillende typen mutsen, jakken
en japonnen zien. Onder de mutsen worden er afgebeeld van
kant met sluier, waarbij de hierboven genoemde bellen worden
gedragen, terwijl andere geen sluier hebben en van witte stof,
waarschijnlijk langette, zijn gemaakt. In deze verschillen komt
1) Zie hierna pag. 13.