16 A. De mannendracht Het mannencostuum van Noord-Beveland bestond in het midden der vorige eeuw uit een korte broek, waarin zilveren broekstukken werden gedragen. De pijpen van deze broek waren nauw en reikten tot even over de knie, waar zij voor zien waren van een split, waarin de zilveren gesp van de gekleurde kousenbanden te zien was. De hemdrokken waren gebloemd en werden met één rij zilveren knopen gesloten, terwijl aan de hals de hemdbies in zicht kwam waarin de gouden knopen werden gedragen. Over de hemdrok droeg men een vest en daarover heen een kort jasje, de rok, die evenals de broek van bruin of blauw laken was vervaardigd. Verder werd het costuum gecompleteerd met lage schoenen, een zilveren horloge met ketting en een hoge hoed. waaraan bij de winterdracht een schansloper of een kappe waren toegevoegd. In de 18e eeuw kende het dezelfde onderdelen als andere mannendrachten. In de boedelinventarissen worden ook draadwerkse gouden knopen, zilveren beengespen en zilveren schoengespen vermeld alsmede halsdassen en hemdrokken, vervaardigd van sits, zijde damast of diamant damast, voor zien van zilveren knopen. Voorts komen tierentaay en bomme- zijn, dit laatste ook wel van de kwaliteit ,,ijzersterk", veelvuldig voor als stoffen waarvan broeken en rokken werden gemaakt. Dat oorspronkelijk munten als broekstukken werden gebezigd wordt gestaafd door een vermelding in een 18e-eeuwse boedel van een paar scheepjesschellingen, die als zodanig dienst deden. Omstreeks 1870 kwam het costuum geheel met dat van Walcheren en Axel overeen er werd een korte of lange broek gedragen met een buis en een zwarte kortrok. De gekleurde hemdrokken zijn dan uit de mode en in plaats daarvan draagt men een zwart boezeroen met gouden hemdknopen. De dracht van het haar is lang, terwijl het aan alle kanten benedenwaarts is gekamd en op het voorhoofd ponny geknipt is. De hoed komt overeen met het Walcherse „veugelnisje" uit die dagen, maar heeft een iets bredere rand, zodat hij enigszins doet denken aan een garibaldi. Thans wordt in Noord-Beveland geen mannencostuum meer gedragen naar het schijnt is dit, op een enkele uitzondering na, reeds langer dan een halve eeuw het geval. B. De vrouwendracht Dat ook het kabinet der Noordbevelandse vrouw in vroeger tijd goed gevuld is geweest bewijzen de aantallen, die van elk

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1959 | | pagina 34