39 Een Rouaansche hembdrok. Een hoedkas met twee hoeden. Vrouwenkleederen Een damast blaauwe keurs. Drie grijne keursen. Vijf baaye dito. Vier catoene mantels. Twee stoffe dito, een paars en een rood. Twee kaphoeden met roode zijde voering. Vijf taarlinge schortekleeden in soort. Een zwarte vrouwe japon. Vijf strijkbanden. Een bennetje met drie neteldoeke doeken. Vier mutsen met kant in soort. Twee beuken. Een paar biese mouwen. Een paarsche catoenen doek. Een ben met kindergoed. Een spaanne doos met vrouwe mutsen en kindergoed. Drie paar vrouwe moffen. Twee gebloemde schortekleeden. Een catoene zakdoek. Twee paar vrouwe koussen. Een paar kamuisleere schoenen. Goud en zilver ten lijve en gerijve van de man en vrouw Een paar goude hembdknoopen. Een paar zilvere schoengespen. Een paar dito broekknoopen. Een zilvere haak en oog voor een schort. Een zilver hoofdijzer met goude krullen. Twee zwarte bellen met zilvere oogjes. Drie toeren bloedkoeralen met een goud slot. Een paar goude bellen met parels. Een paar zwarte belletjes. Een zilvere snuyfdoos. Een dito eau de la Raine doosje. Een paar zilvere vrouweschoengespen. Twee kerkboeken met zilvere slooten. Een zilveren beugel met haak en tas. (Rijksarchief in Zeeland. Inv. rechterl. archieven Zeeuwsche eilanden nr. 5939).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1959 | | pagina 61