41
gemeente verschillende maatregelen van orde moesten komen.
Wie in het huwelijk wenste te treden diende zaterdags in het
logies van de predikant zich voor de ondertrouw te melden
soldaten met een bewijsje van hun kapiteins dat ze vrij hadden.
Reeds op 8 december vond de kerkelijke bevestiging van het
eerste huwelijk plaats. Het kerkelijk leven begon op gang te
komen. Op 2 januari 1605 kwam de mededeling van de kansel,
dat men bij de doop niet te veel getuigen behoorde te nemen,
vier was genoeg.
Dominees uit de classis Walcheren hielpen de kerk van
IJzendijke om de beurt twee maanden. Zo kwam 14 januari
1605 ds Ludovicus d'Herde Bucerus vervangen, voor wie
27 maart 1605 Gerson Panneel in de plaats kwam.
De eerste officiële kerkeraad werd gekozen op 1 mei 1605
en bestond uit de ouderlingen Herman Meynaerts, veltscheer-
der1), monsieur de Rollé, gouverneur, en Pieter Vereys,
bakker, terwijl Nicoiaas Dammes en Rogier Wittebroot, slot
maker, het diakenambt bekleedden. In datzelfde jaar schaften
de broeders een fatsoenlijk „kerkeboek" aan om de diaconie-
gelden in te schrijven, die voordien in „slechte cartabellen"
werden opgetekend.
Na ds Panneel „leende" de classis Walcheren achtereen
volgens voor twee maanden Jacobus Hondius, Abraham van
der Mijle, Johannes Buffonsius en Jacobus Miggrodius. Toen
deze laatste in november 1605 in IJzendijke arriveerde, woedde
daar een pestepidemie, die velen ten grave sleepte. Het waren
donkere tijden. Nog in 1607 schreven de Staten-Generaal een
biddag uit, opdat Gods toorn, die was ontstoken over dit land,
mocht gestild worden.
Natuurlijk verlangde de gemeente naar een eigen herder
en leraar, en nog in die trieste novembermaand 1605 gaf de
classis Walcheren toestemming een gewoon predikant te be
roepen op een traktement van 500 per jaar, maar het verzoek
om een schoolmeester werd afgeslagen. Dat hield dus ook in,
dat er in de kerk geen vaste en geoefende voorlezer was.
Daarom vroeg men aan de schoolmeester van Biervliet tijdens
de bediening van het H. Avondmaal uit Gods Woord voor
te lezen. Toch kwam er in 1606 een vaste schoolmeester-
voorzanger-koster in de persoon van Pieter de Leeuwe.
Het bleek niet zo gemakkelijk een vaste predikant te krijgen.
Zo horen wij dat de magistraat van Middelburg aan de student
Joh. Veldius verbood naar IJzendijke te gaan, en ds Enoch
1) Veltscheerder chirurgijn-barbier.