43
in 1653 te IJzendijke stond, doch over wiens werkzaamheden
wij weinig vonden opgetekend. Wel van moeilijkheden met
zijn gemeente. Dat aan Hendrick Verhaerbrugge in 1648 het
Avondmaal werd ontzegd omdat hij de zoon van dominee voor
„guyt" schurk) had uitgescholden, erbij voegend dat zijn
vader geen haar beter was, kan slechts een incident zijn
geweest. Maar veel erger was dat dominees eigen vrouw in
1649 een zeker ,,boecxke" uitgaf, gericht tegen verschillende
personen, o.a. kapitein Jan Huart en burgemeester Hubrecht
Verschragen, tevens ouderling. Ook zij werd van het Avond
maal geweerd. Enige jaren later in 1653 waren de ver
houdingen in de gemeente zo onverkwikkelijk geworden, dat
enkele ambtsdragers zich niet wilden laten bevestigen. De
classis raadde ds Comantius zelfs aan emeritaat te vragen
wat deze weigerde, zeggende door zijn gemeente bemind te
worden. Het werd een hele affaire, waarin dominees vrouw
mede een prikkelende rol speelde zij had zelfs drie pagina's
uit het notulenboek gesneden, omdat zij deze goddeloze „acte",
zoals zij het noemde, niet langer wilde laten bestaan. De
kerkeraad was op de classis terecht van mening, dat de
vrouw „stoutelijk" had gehandeld. Pas met de dood van ds
Comantius luwden alle narigheden, en bij de komst van pro
ponent David de Moor in 1654 keerde de rust groten
deels weer. Deze was beroepen in een collegium qualificatum,
bestaande uit Pieter Everwijne, commissaris van het Vrije,
Willem van Groeninghen, hooftman van Isendijcke, en Petrus
Coorne, predikant te Biervliet. De kerkeraadsleden waren de
ouderlingen Willem Bartelinck, Adriaen Spruyt, Hubrecht
Verschragen en Jacob Goeman, met de diakenen Goossen
Janssen, Johan Koorte, Willem Comantius en Fr. Manteau.
Verkiezing en reglement ambtsdragers.
De ouderlingen en diakenen werden gekozen uit een nomi
natie, door de kerkeraad opgemaakt. In 1681 bepaalde deze,
dat een week na de zondagse afkondiging de verkiezing door
manslidmaten tussen 1 uur en half 2 zou plaats vinden. Dat
was „volgens de aloude costuyme, hier in deze gemeynte ge-
bruyckelijck" 1Het was bijna altijd een zondag in april;
in 1689 bestemde men voor het „veranderen" van de kerkeraad
de zondag na Pasen. Het kwam voor dat het vooraf bekend
maken van de dubbeltallen aan de gemeente moeilijkheden en
onenigheden opleverde, en wel van de zijde van hen, die soms
1) Notulen consistorie IJzendijke 2 dec. 1681.