45 wordt de boete verdubbeld. Is er echter geen tweede getuige, dan is de boete voor de beschuldiger zelf Wanneer een ambtsdrager onnodig de kerkdienst verzuimde, b.v. doordat hij op een zondag zijn reis voor zaken over water naar Sluis, Aardenburg, Zeeland, Holland etc. begon, dan volgde eveneens boete. Bij de weekpredikatie donderdags moesten een ouderling en een diaken om beurten altijd pre sent zijn. Voor consistorievergaderingen golden o.m. de volgende be palingen de broeders dienden op elke vergadering aanwezig te zijn, uitgezonderd ingeval van ziekte of klachten ,,over waterichheyt". Ook mochten zij niet vóór het laatste gebed de vergadering verlaten. Wie uit de kerkeraad klapte, b.v. vertelde hoe de stemmen en adviezen hadden gelopen, kwam niet meer op het dubbeltal van ouderling of diaken, al viel op het leven van dergelijke „clapachtige" personen niets te zeggen. Een ouderling van binnen moest de zondagse catechisatie bijwonen, terwijl de predikant alle 14 dagen donderdags met een ouderling en een diaken de weesschool bezocht om de kinderen te catechiseren en te zien of alles ordelijk toeging. De verbeurde boeten mochten niet oplopen, maar behoorden elke laatste donderdag van de maand door de scriba tijdens de kerkeraadsvergadering te worden geïnd. Het geld was voor de armen 2 Voor het aanzitten aan het Avondmaal vonden wij de volgende regeling aangegeven het eerst waren de kerkeraad, de commandeur en de magistraat aan de beurt, vervolgens de mannen, dan de vrouwen, te beginnen bij de voorste zitplaat sen en zo verder 3). Handhaving der tucht. Wij weten, dat vooral in de 17e eeuw de kerkeraad scherp toezag op leer en leven der lidmaten en de censuur toepaste om de zondaars tot berouw en verbetering des levens te brengen. Allerlei ergerlijk gedrag der lidmaten werd door de kerkelijke tucht in zachtere of strengere vorm getroffen. Hier volgen enkele voorbeelden. Dat zij deels militairen betreffen is in het garnizoensstadje IJzendijke te verwachten. Zo had Jan Plancoen in februari 1606 zijn korporaal in een openbaar gevecht periculeuslick'aan de hand gewond, welke korporaal later door andere bijkomende ziekten was gestor- 1) Notulen consistorie IJzendijke 10 maart 1668. 2) Alsvoren 9 juni 1674, 28 jan. 1684, 10 juni 1644. 3) Alsvoren 7 dec. 1750.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1959 | | pagina 67