DREIGENDE INVASIES DER ENGELSEN IN ZEELAND 1345-1346 door J. G. KERKHOVEN, hut. d™. Bovengenoemde jaartallen brengen ons midden in de Honderdjarige Oorlog, welke gevoerd werd tussen de machtige koninkrijken Frankrijk en Engeland van 13371453. Deze oorlog is van invloed geweest op de vele veranderingen in Europa op staatkundig, maatschappelijk, militair, economisch en artistiek gebied in de 14e en 15e eeuw1). De oorzaken van die langdurige worsteling vormden de positie van de Engelse koning als leenman van de Franse kroon voor zijn gebieden in Zuid en Zuid-West- Frankrijk en de erfopvolgingskwestie in Frankrijk, ontstaan na het uit sterven van het huis Capet in 1328. Men is gewoon die oorlog in vier perioden te verdelen, van welke de eerste voor onze contreien van bijzon der belang was en somtijds het karakter aannam van een ernstige oorlogs dreiging. Tijdens deze periode 1340 tot 1360) waren de Engelsen te land en ter zee telkens in het offensief. Doordat Vlaanderen voor de wolimport van Engeland afhankelijk was, de stedelijke bevolking anti-Frans en de strategische positie van dit graafschap zeer gunstig voor de Engelsen, is het niet te verwonderen dat de Engelse koning altijd ijverde voor een bondgenootschap met de Vlamingen, wier land niet alleen een uitermate bruikbaar Engels bruggenhoofd op het vasteland kon vormen, maar bovendien bij aanvallen op het Franse gebied voor de troepen van Eduard III (13271377) een steun en toeverlaat kon betekenen. De Fransen kregen tijdens deze periode bloedige nederlagen van hun vijanden te incasseren. Berucht en befaamd werden de zeeslag bij Sluis (1340) en de veldslagen bij Crécy (1346) en Poitiers (1356), waar de Franse adel werd gedecimeerd door de Engelse boogschutters. Op handelsgebied waren reeds in de 14e eeuw ook de banden tussen Zeeland en Holland ener- en Engeland anderzijds vrij nauw. Steden als Middelburg, Zieriksee en Dordrecht hoopten dat als gevolg van de spanningen vóór en na het uitbreken van de Honderdjarige Oorlog een groot deel van de Engelse handel zich op hen zou gaan 1) Het meest overzichtelijke werk hierover is: E. Perroy, La guerre de Cent Ans (1945). Engelse vert. 1951. 105

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1962 | | pagina 119