voordracht over: De opgravingen in Aardenburg. Op 22 november 1961
sprak de heer J. van Beylen, verbonden aan het Nationaal Scheepvaart
museum te Antwerpen, over: Zeeland en zijn vissersschepen. Op 13 de
cember 1961 hield Drs. H. van Haaren, Conservator van de paedagogische
afdeling van de Dienst voor Schone Kunsten der gemeente 's-Gravenhage,
een voordracht, getiteld: Inleiding tot de moderne kunst. Op 17 januari
1962 sprak Prof. Dr. E. W. Beth, Hoogleraar aan de Universiteit van
Amsterdam, over: Wiskunde en moderne kunst. De laatste voordracht
werd gehouden op 16 februari 1962, waarbij Mej. Dr. Jo Daan te Am
sterdam, Hoofd van het Dialectenbureau van de Koninklijke Neder
landse Akademie van Wetenschappen en Mej. Dr. Ha. C. M. Ghijsen te
Domburg spraken over: Het dialectenonderzoek in Zeeland en algemene
dialectenstudie. Laatstgenoemde voordracht werd toegelicht met geluids
banden en dia's en de overige voordrachten met dia's.
In de algemene vergadering van 26 april 1961 werd de rekening over
1960 behandeld en goedgekeurd. Zij sloot met een totaal van ƒ8.181,11
en een goed slot van 46,86. Wegens langdurige ongesteldheid van de
thesaurier, Mr. J. H. C. Heyse, was de rekening op verzoek van het
bestuur opgemaakt door de heer J. de Bree.
In de algemene vergadering van 22 november 1961 werd de begroting
voor 1962 behandeld, welke wederom was opgemaakt door de heer
J. de Bree en sloot met een totaal van 11.825,
In verhand met zijn ziekte had de thesaurier besloten, af te treden.
De voorzitter richtte hartelijke woorden van dank aan het adres van de
scheidende thesaurier voor het vele werk dat hij in de loop der tijden
voor het Genootschap heeft willen verrichten. Eenzelfde dankwoord werd
gericht tot het aftredende bestuurslid Dr. J. P. B. Pfaeltzer. Tot thesaurier
werd gekozen de heer J. de Bree en in de plaats van de heer Pfaeltzer
Mej. M. J. van de Vooren, kinderarts te Middelburg.
Aangezien volgens de nieuwe wet het aantal bestuursleden 8 dient te
bedragen, werden als nieuwe bestuursleden gekozen de heren N. A. van
Wijk te Noordgouwe en E. Niemeyer te Vlisingen.
In laatstgenoemde vergadering werd met algemene stemmen de met de
Zeeuwse Museumstichting aangegane overeenkomst tot overdracht van
het museum met zijn verzamelingen aan deze stichting bekrachtigd.
In verband met de overdracht van het museum is aan de conservatoren,
te weten de heren J. de Bree, P. J. van der Feen, H. Pieters en L. de
Priester, op de meest eervolle wijze ontslag als zodanig verleend.
Het bestuur van de Zeeuwse Museumstichting benoemde per 1 juli
XIII