dit laatst aangehaalde gedeelte uit de memorie van antwoord de klemtoon ligt op het tijdstip waarop de rechten ontstaan en tenietgaan. Maar ook hier is toch weer sprake van de begrippen ontstaan en tenietgaan. Hetgeen bij akte van toedeling wordt verkregen heeft men dus tenge volge van een originaire wijze van eigendomsverkrijging. Dit betekent volgens Jonas1) dat men deze rechten verkrijgt losstaande van wat rechtens vroeger gold. Of zoals Diephuis 2) zegt: „Een oorspronkelijke wijze van rechtsverkrijging vindt plaats, wanneer men op zichzelf en onai- hankelijk van dat van een ander, een recht verkrijgt, 't welk daarom zijn grond niet heeft in een bestaand recht van een ander". Uit het bovenstaande zou de conclusie getrokken kunnen worden dat een originaire wijze van eigendomsverkrijging dan ook geen bevestiging is van een reeds bestaand recht maar een vestiging van een nieuw recht. Deze vestiging van een nieuw recht kan in een ruilverkaveling hoogstens gebaseerd zijn op een bestaand recht, dat in de lijst van rechthebbenden is opgenomen. Wanneer wij deze opvatting zouden aanvaarden, dan zouden wij gelet op de mening van IV. 1. i dat het vestigen van zake lijke rechten, die niet in de wet zijn geregeld, niet mogelijk is tot de conclusie moeten komen, dat het niet juist is deze oude zakelijke rechten toe te wijzen, te vestigen bij het plan van toedeling. Het komt mij niet aannemelijk voor dat de wetgever deze zienswijze voor ogen heeft gehad. Dan zouden immers in plaats van het vage begrip regelen of opheffen de woorden vestigen en opheffen gebruikt zijn in art. 28 van de ruilverka- velingswet 1954. Dat deze tweede opvatting toch aan een beschouwing is onderworpen komt voort uit de mening dat uit de huidige wetstekst niet met grote zekerheid is op te maken wat de wetgever nu wel precies met „regelen" van zakelijke rechten heeft bedoeld. 2. Het regelen van enkele rechten Tot de belangrijkste ambachtsheerlijke rechten die in de herverkaveling Zeeland nog voorkomen behoren het recht van aanwas, het visrecht, het plantrecht en het recht van grasetting. Het zijn alle rechten die niet in de wet geregeld zijn. Hoewel bij de behandeling van mijn onderwerp hoofd zakelijk is gedacht aan het regelen van oude rechten in de herverkaveling Zeeland, noem ik hieronder dikwijls de ruilverkaveling omdat de ruilver kaveling een meer algemene bekendheid geniet dan de herverkaveling. De meeste van bovengenoemde oude rechten komen immers niet alleen in de 1) p. 159. 2) p. 31. 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1962 | | pagina 46