Wanneer de objecten waarop het visrecht rust in de lijst van rechtheb benden met name genoemd zijn, dan is het vestigen van dit recht op andere objecten naar mijn mening niet mogelijk. Het is echter ook mogelijk dat in de lijst van rechthebbenden is opgenomen dat het ambachtsheerlijk vis recht zich uitstrekt over alle wateren binnen de ambachtsheerlijkheid. Rust dit recht dan ook op alle nieuwe wateren, zelfs op die welke na het sluiten van de lijst van rechthebbenden zijn ontstaan? Ik ben geneigd deze vraag bevestigend te beantwoorden en ik ben van oordeel, dat in dit geval ook ten aanzien van de nieuwe wateren het visrecht geregeld kan worden. Het herverkavelingsblok Waarde heeft de ambachtsheerlijke visrechten op alle wateren hersteld, hoewel deze rechten niet opgenomen waren in de lijst van rechthebbenden. Men is uitgegaan van de gedachte dat deze ambachtsheerlijke visrechten wel degelijk bestonden, maar dat deze ten onrechte niet in de lijst van rechthebbenden waren opgenomen. Deze fout heeft men willen herstellen. Men hesft daarbij zelfs de oude grenzen van de ambachtsheerlijkheden gecorrigeerd en aangepast aan de nieuwe wegen en waterlopen en aan de nieuwe toedeling. Een kaart waarop deze nieuwe grenzen staan aangegeven is aan de akte van toedeling gehecht. 3. Regeling van het ambachtsheerlijk recht van aanwas In III is aangetoond dat het ambachtsheerlijk recht van aanwas zich door alle wetgevingen heen heeft weten te handhaven in zijn oude karak ter. Dit recht is een recht op alle nieuwe gronden en komt de ambachtsheer toe onafhankelijk van de oevereigendom. Zoals in de inleiding is opgemerkt werd door het waterschap Schou- wen-Duiveland de wens naar voren gebracht om alle zeedijken in eigen dom toegedeeld te krijgen. Nu gebleken is dat de ambachtsheren niet ge stoord worden in het heerlijk recht van aanwas wanneer zij geen dijkei- genaar meer zijn, is het grootste bezwaar tegen het inwilligen van deze wens opgeheven. Het gevaar, dat deze ambachtsheren bij de lijst van geldelijke regelingen grote bedragen zouden kunnen eisen als schadever goeding voor het verlies van het recht van aanwas is nu immers ver dwenen. Het is alleen noodzakelijk aan de ambachtsheren in plaats van de dijken gronden in de polder toe te delen tot een schattingswaarde gelijk aan die van de dijken. Aangezien de dijken in de regel verpacht waren kan worden volstaan met een toedeling van verpacht land. Dit is in de herver kaveling Schouwen-Duiveland zeer goed mogelijk, evenals in de meeste andere herverkavelingsgebieden. Aangenomen dat de schatting van dijken in verhouding tot die van andere gronden redelijk is, zal de ambachtsheer moeilijk bezwaren kunnen 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1962 | | pagina 52