Ir. A. Rothuizen, Dr. P. Schierbeek, Ir. J. G. Snip en H. P. Veening,
twee rapporten zijn uitgebracht, waarvan het laatste gistermiddag is
ontvangen.
Over het eerste rapport hebben voorlopige besprekingen plaats gehad
met een delegatie van het College van GedepuLeerde Staten van Zeeland
en met Burgemeester en Wethouders van Middelburg.
Er zijn gegronde redenen aanwezig voor de verwachting dat in 1961
overgegaan zal kunnen worden tot een belangrijke reorganisatie, waar
door de te zware financiële last die het beheer van het museum betekent,
zal komen te vervallen en een modern beheer van de verzamelingen
mogelijk zal worden. Daarnaast zal dan op andere gebieden de activiteit
van ons Genootschap kunnen worden geïntensiveerd.
Het ligt in de bedoeling, zodra het bestuur het zojuist ontvangen
tweede rapport van de reorganisatiecommissie zal hebben bestudeerd,
nadere mededelingen hierover aan alle leden te doen toekomen.
De heer Jansingh, de concierge die als opvolger van van Hesselingen
in 1959 werd benoemd heeft zijn functie niet lang vervuld, want met
ingang van 10 maart 1960 heeft hij ontslag gevraagd. In zijn plaats is
met ingang van 16 april jl. benoemd de heer W. van Galen, waarvan
gehoopt wordt dat hij de juiste kracht zal blijken te zijn op de juiste
plaats.
Tenslotte mag niet onvermeld blijven dat alle leden van ons Genoot
schap, waarop in de loop van dit jaar een beroep werd gedaan voor
medewerking in het belang van ons Genootschap, zonder uitzondering
gaarne daaraan voldeden, waarin een goede belofte mag worden gezien
voor de actieve medewerking, die van de meesten van U in de komende
periode zal worden gevraagd.
1960/1961
Dit verslag handelt over de periode van de jaarvergadering op 27 april
1960 tot deze aprilvergadering. In deze periode ontvielen ons 10 leden
door de dood. Door 20 leden werd voor het lidmaatschap van het
Genootschap bedankt. In de jaarvergadering van 27 april 1960 werden
90 nieuwe leden benoemd, welke benoeming door 61 personen werd
aanvaard. Het Genootschap telt thans 586 leden.
Een vijftal voordrachten werd gehouden, die door gemiddeld 25 leden
werden bezocht.
Op 2 november 1960 hield Dr. J. van Ham uit Middelburg een voor
dracht over: de taal der religie. Op 14 december sprak de heer A. de
VIII