toegepast. Dit verschijnsel geldt algemeen. Zo brengen hulpwerkwoorden
het zelden tot meer dan één letergreep: 'k 'k èn: ik heb; z'è, z'èn: ze
hebben; 'k a, 'k ao: ik had; m'a, m'ao: we hadden; 'k za, ie za, ze zü:
ik, hij zal, ze zullen, enz. enz. Interessant is het op te merken, dat soms,
als hebben werkelijk bezitten betekent, tweelettergrepige vormen te voor
schijn komen. Zo heeft op de bandopname van Zoutelande een land
arbeider (een zeer zuiver dialectspreker) het over kanboe:rtjes (kant-
boeltjes keuterboertjes), die geen eigen weiland bezaten: waien adde
die nie. Dit verschijnsel is echter geen regel, even later spreekt hij over:
maansen, die-a koeien op 't fróön ao. En vermaard is het Schouwse
gezegde: Ao-1-ouwe-toe-je-t-aohad het gehouden toen je het had
(bezat). In 't voorbijgaan zij opgemerkt dat het verleden dw. g'aod,
ehad, 'aod als regel de (zachte!), eindmedeklinker handhaaft.
Dat bijwoorden, voegwoorden, voorzetsels op soortgelijke manier
worden behandeld, strookt met hun veelal halfbetoonde positie in de zin:
a b.v. kan zowel al als als betekenen; mé, mi of mie is met; wè kan zowel
wel als waar (voegwoord) zijn; het als aanhefwoord gerekte zóó wordt
halfbetoond tot zó of zoe (Smd)1wéé, wi, is weer (bijwoord) enz. enz.
Dat een woord, naar gelang zijn functie, nog vrij wat ingrijpender
gedaanteverwisselingen kan ondergaan, bewijst het woordje wel. Het is de
moeite waard hierbij even stil te staan. Wel wordt slechts in één geval
onverkort en onveranderd uitgesproken: als het inderdaad goed betekent.
Bijvoorbeeld: 'Oe gaet 't? Da gae noga wel; 't Gae noga wel van-
daege; Weet je 't wel. da je gin baks je koffie mi drienkt?weet je het
goed (zeker)Ie nam 't nie wel, dak in zó lange nie gewist ao: hij nam
het niet goed op, nam het kwalijk... In deze betekenis maakt de Zeeuw
er zelfs een adjectief van: 't Is noga wel wéér (goed weer) vandaege.
De afgekapte vorm wè in nagenoeg dezelfde positie vervult de functie
van bijwoord van graad: Da gae wè: dat schikt nogal; Weet je wè,
da je me nog vuuj gulden schuldig bint? enz. Komt het voor dat in deze
functie de slot-1 hoorbaar is dit is niet zelden het geval, wanneer het
volgende woord met een klinker of (stomme) h begint dan is de
slot-1 als verbindingsletter te beschouwen. Dit blijkt uit het feit, dat naast
bijvoorbeeld: Da kan je wel-óóre ook gezegd wordt: Da kajje wè-r-
óóre, t vervangt l als verbindingsletter door zgn. attractie.
Hiermee zijn de gedaanteverwisselingen niet ten einde. Immers wel
kan ook aanhefwoord zijn en interjectie en het heeft in zulke functies
1) Smd. Sommelsdijk. Hoewel bepaalde afwijkingen vertonend, behoren de
idiomen van Goeree-Overflakkee tot Zeeuws dialect.
97