in hunne functiën voort te gaan, totdat zij door geweld belet worden1810 februari wanneer zij zullen protesteren en zig als Hollandsche amptenaren blijven beschouwen, zonder dat enige consideratie van weihen aart of wat zij ook zouden mogen verduuren, hun beregtigen kan, om de minste daad te doen als geëmployeerde van den keizer, zolang zij niet van den eed aan den koning ontslagen zijn. En dat zij, die een tegenovergesteld gedrag zullen houden, niet anders kunnen worden beschouwd dan als schuldig aan hoogverraad. Welk een taal in zulke ogenblikken en welk een last om na te komen voor amptenaaren, die onder het gebied der Fransche bajonetten haare functiën uitoeffenen. Ik begrijp niets van deze conduite. Dit lijkt althans niet na enig rapprochement der beyde broeders. Maar hoe strookt dit met de laastvoorgaande last om bedaarde fermeteit met gepaste voorzigtigheid te paaren. Wijders: de last luyd aan steden en plaatsen, door de Fransche troupes bezet. Maar Walchren is een exceptie. Het is niet bezet, maar Fransch verklaart. Alverder: op al mijne vorige aanvragen om last op hetgeen mij over de aanplakkingen wedervaren is, heb ik nimmer eenig direct antwoord gekregen. Slaat er dit nu op en moet ik er deze generale last voor houden, dan moet ik dadelijk opnieuw alle des konings beslui ten gaan proclameeren. En wat dan! Ik betuig hierin ten uitersten verlegen te zijn. Maar hoe het ook zij, daar men niemand vergen kan om met het hoofd door den muur te lopen en ik te veel gezond oor deel veronderstel bij hun, die zulke besluiten coucheeren, om dit te willen vergen, is mijn voornemen sedato animo voort te gaan gelijk ik tot nu toe heb getragt te doen en wijders bedaarde fermeteit met gepaste voorzigtig heid zoeken te paaren, in hoop, dat eens eindlijk de eene of andre ont knoping mij van deze terrible onzekerheid verlossen zal. De tijdingen van rontomme annonceeren de terugkeer van den koning. Men voegt er bijmet 1200 man Franschen in Hollandsche soldij, afstand van Walchren en vergoeding in Berg en Westphalen. Nog zijn er tijdin gen, dat de Engelschen een landing hebben ondernomen met 25000 man bij Quibéron. Zij zoeken welligt daar een diversie te maken. En wat zal zulk eene operatie om 't lijf hebben? Zeker zijn in Vrankrijk thans weynig troupen, veele zijn in Duitsland, in Spanje etc. Maar binnen weynige dagen is in het gebrek voorzien en dat handjevol ras opgespijst. Zondag 18. Ik hoorde een schone en toepaslijke preek van dominee van Deinse over de woorden van David toen hij van Absalom vervolgt wierd. Ik ben verstomt. Ik zal mijn mond niet opdoen. Want gij, Heere, hebt het gedaan. Dit is de eygentlijke taal, welke men thans voeren moet. 89

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 105