BESTUURSORGANISATIE IN HET DEPARTEMENT ZEELAND 1809—1810. Aan het hoofd van de departementale regering stond de landdrost, Mr. A. van Doorn, geassisteerd door zes assesoren en een secretaris generaal. Het departement was onderverdeeld in twee kwartieren met aan het hoofd van elk een kwartierdrost, te weten het kwartier Middelburg, omvattende Walcheren en de Bevelanden (kwartierdrost Mr. J. W. Schorer) en het kwartier Zierikzee. omvattende Schouwen-Duiveland, Tholen en Sint-Philipsland (kwartierdrost Mr. F. Ermerins). Toen door de inval der Engelsen de landdrost „verhinderd werd zijne functiën naar behoren uit te oefenen" werd de waarneming daarvan op 7 augustus 1809 opgedragen aan de kwartierdrost Ermerins en de zetel der regering over gebracht naar Tholen. Zoals men in het dagboek kan lezen werden de leden van de departementale regering, die te Middelburg gebleven waren, zowel van Engelse als van Hollandse zijde onder druk gezet: van de eene kant om de uitoefening van hun functie „uit liefde voor de natie" voort te zetten, van de andere om hun posten neer te leggen. Daar zij tenslotte het laatste verkozen, werd op 11 november 1809 door de Engelse luitenant- generaal Don een voorlopig militair bestuur voor het eiland Walcheren ingesteld ter vervanging van landdrost en assessoren. Na de aftocht der Engelsen ontstond een verwarde toestand doordat landdrost en assessoren van de secretaris van het kabinet des Konings mededeling ontvingen van het herstel van de Hollandse besturen na de bevrijding van Walcheren, terwijl de Franse generaal Gilly bij procla matie van 27 december 1809 de inlijving van dit eiland bekend maakte en bepaalde, dat „de administrative en regterlijke besturen zoo als dezelve voor de komst der Engelschen in het eiland Walcheren plaats hadden" hun functies weer zouden aanvaarden, maar dat alle „aktens van publiek gezag" uitgegeven zouden worden uit naam van keizer Napoleon. Bij keizerlijk decreet van 1 februari 1810 werd Walcheren daarop tot arrondissement verklaard van het Département de l'Escaut, waarna het onder bestuur werd gesteld van de souspréfet du Bosch. Overig Zeeland (niet vergeten mag worden, dat Zeeuwsch-Vlaanderen reeds sedert 1795 deel uitmaakte van Frankrijk) kreeg het lot van Walcheren te delen toen Lodewijk Napoleon bij het verdrag van 16 maart 1810 het gehele depar tement aan Frankrijk afstond en bij besluit van 31 maart d.a.v. alle ambtenaren uit de eed, aan hem gedaan, ontsloeg. De Zeeuwse arrondisse menten, Walcheren inbegrepen, werden bij keizerlijk decreet van 24 april 1810 bij het Département der Deux Nethes gevoegd. Het is zeker niet IV

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 10