de geringste verdienste van Mr. J. H. Schorer geweest, dat vooral door
zijn toedoen Napoleon tijdens zijn bezoek aan Middelburg in mei 1810
besloot, Zeeland tot een afzonderlijk departement te maken onder de
naam van Département des Bouches de l'Escaut, met als hoofdstad Mid
delburg en met de arrondissementen Walcheren, de Bevelanden en
Schouwen met Sint-Philipsland en Tholen (ingesteld 15 mei 1810). Tot
prefect werd benoemd P. C. G. de Coninck.
De stedelijke besturen stonden, zoals uit het dagboek duidelijk blijkt,
aan niet minder en grotendeels aan dezelfde moeilijkheden bloot als de
departementale regering. In Middelburg werd volgens Koninklijk Besluit
van 13 oktober 1807, het stadsbestuur gevormd door de burgemeester
Mr. J. H. Schorer, vier wethouders (Mrs. N. C. Lambrechtsen, J. A.
Becius en J. M. van Schoor en J. Stavorinus) en de Raad, bestaande uit
vijftien vroedschappen. Voorts waren er twee stedelijke secretarissen
(S. H. Vernede en E. P. Cremer Jz.)Vlissingen was reeds bij het
tractaat van Fontainebleau van 11 november 1807 aan Frankrijk afge
staan en ressorteerde onder het Département de l'Escaut, arrondissement
Eecloo; het stedelijk bestuur was er dan ook reeds in 1809 volgens
Franse bepalingen georganiseerd. Merkwaardig is, dat deze stad tijdens
de Engelse bezetting een nieuw bestuur kreeg, hoofdzakelijk uit engels-
gezinden en ten dele zelfs uit personen van engelse afkomst bestaande.
Een aantal van hen is na hel reeds vermelde bezoek van Napoleon
gearresteerd en naar Parijs gevoerd. Nadat geheel Zeeland bij het keizer
rijk was ingelijfd maakte ook Vlisingen deel uit van het toen gevormde
Département des Bouches de l'Escaut.
VI