gemeenten gelast wierden, om het keyserlijk arrêté van den 1 february 1810 maart over de souspréfecture af te kondigen op morgen ten 12 uuren, zijnde de generaal verzogt, dit te willen doen adsisteeren met eene militaire magt, op poene voor de nalatige, dat een commissaris dit doen zou ten haren koste. Er valt natuurlijk niet anders op dan obedieeren. Maar waarom alweer op Zondag? Fransche manier! Ik ging met den heer Stavorinus en secretaris volgens dagvaart van gistren bij den generaal Gilly ten 12 uuren. Wij wierden vriendlijk ont- fangen. De balliuw en Regtbank kwamen even na ons. Hij zeyde, aan zijn gouvernement kennis te hebben geven van de orders, die wij bij aanhou- denheid van 't Hollandsche gouvernement ontfingen om ons daaraan te bouden en van welke ik hem onlangs opening had gegeven. Dat hij nu gelast was, ons duidelijk af te vragen, of wij voornemens waren, de orders van zijn gouvernement, al of niet te obedieeren. Dat hij in 't laatste geval moest declareeren, niets anders te weeten dan 't etablissement van een militair gouvernement, die in alles voorzien zou militairement en 't benodigde nemen ten laste en van de meestgegoede. Hoezeer mij dat juist niet afschrikte, want ik voegde er hem op toe, qu'alors dumoins je serais quite de toute administration, antwoordde ik hem ter zaake, que je me voyois assez authorise, comme force par une authorité supérieure, a obéis les ordres que l'authorité frangoise me donne- rait, dans la supposition qu'elles ne seroient que raisonables et exsécuta- bles. Ik gebruikte alzo de woorden der ministeriële aanschrijving van 28 february. De generaal zeyde que cela lui faisait plaisir ne se voyant pas nécessité d'accompagner toujours les demandes avec des menaces ou des moyens de rigeur. De Regtbank kon zo vlot niet antwoorden. Zij had die aanschrijving niet, ook waren zij niet alleen regters in Middelburg, maar ook Bewesten- Schelde; dit maakte natuurlijk hunne positie moeilijk. Ook kwamen zij niet in de materie, de taal was hun vreemd, zij verstonden elkandren slegt, zoodat ik heengaande nog niet wist wat er tusschen hun afgespro ken was. De balliuw scheen met den generaal alleen voor zig te spreken en ik meen, dat hij op zig nam om nadren last te vragen. Alles kwam er eigentlijk op aan, op wiens naam men regt spreken zou. En dit was een teder point, waarover zonder nader order niets te doen viel. Heden was het Hof van Justitie ingenomen en alles verzegelt. De conchierge was, op weigering van de sleutels te geven, in arrest gebragt. Op die wijze waren zij ze magtig geworden. Men schijnt hier ook een tri bunal d'appel te willen oprigten en dan heeft men misschien die locaalen nodig. 99

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 147