te doen en dan komen andre aan 't bestuur, dan word ik weieens terugge- 1810 maart houden om niet met dien ijver en assiduïteit te werken, als ik doen zoude wanneer ik wist, dat dit niet te wagten ware! Saturdag 24. Nihil notatu dignum. Zondag 25. De berigten uit Holland ten aanzien van het tractaat, met den keyser gesloten, bleven standhouden als gistren, hoezeer men tog het stuk met veel secretesse scheen te behandelen. Nog sprak men van het culbutee- ren van het Engelsch ministerie op den 14 dezer, dat de generaal Duroc na Engeland was en dat bij 't huwlijk van den keizer de generaale vrede zoude geproclameerd worden. God geve dit evenement, zoo wenschelijk voor het heele menschdom en mijn vaderland in 't bijzonder! De effecten blijven rijsende. maar langzaam. 3 pet schuldbrieven 29!j> pet. Maandag 26. Heden deed ik met den sousprefect eene visite in de gods- huysen, die hij alle bijzonder wel ingerigt en geadministreerd vond. Men kan ook, wil men in waarheid spreken, niet anders over alle onze inrig- tingen spreken. Zij dragen meestal het kenmerk wel van een meer ruimen tijd dan tegenwoordig, maar niettemin tevens van veel wijsheid en order. De prefect zelfs schijnt geen moeilijk mensch. Indien [men] met hem ouvert konden handelen en zijn qualiteit volledig homologeeren, dunkt mij, dat er nogal vrij wat goeds ten voordeeie van de publieke belangen met hem zoude kunnen behandelt en van hem bedongen worden. Maar ik moet nog gereserveert zijn. Ik mag mij niet met hem inlaaten, gelijk het algemeen belang vorderde. Ik voel ook zekere repugnance, omdat het een vreemdeling is. Ik word teruggehouden omdat alles mij aankondigt, dat het om den ondergang van het land te doen is. Maar was dit alles anders, ik zag kans vis a vis van hem mij op mijn gemak te stellen. Dingsdag 27. Nihil. In de Publiciste dezer dagen de stukken lezende, die in 't Parlement waren voorgebragt, maakte ik daaruit deze observatiën 1. dat volgens een naamlozen brief de sterkte van alle defensie, zo hier als in Antwerpen, zeer wel bekend was, dog wat te min was opgegeven, sub 1 july; 2. dal bij de instructie aan Chatham, dato 13 july 1809, reeds wierd gelast de destructie van Werf en Arsenaal te Vlissingen en om Vlis- singen als port maritime onbruikbaar te maken; men heeft dus nooit geen oogmerk gehad, om Vlissingen of Walchren te houden; 3. dat de zieken en geblesseerden aldaar wierden opgegeven tot 12.803; 4. dat de evacu atie reeds den 9 november finaal besloten was en 5. dat de last zeer duidelijk was, om casu quo, wanneer de defensie bij de retraite dit 103

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 151