1810 maart vereischte, het geheel eiland te inundeeren. Alzo zijn wij dan door Gods' goedheid alleen dezen rampzaligen maatregel tweemaal ontkomen, zoo Van de Engelsche als Fransche zijde. Woensdag 28. Niets nieuws. Men bleef spreken van onderhandelingen met Engeland. Dat de heer Duroc te London was. Dog alles onzeker. Donderdag 29. Te Vlissingen had men tijding van een wapenstilstand voor 6 maanden en dat de armee van Braband uiteenging. Dog het waren ook maar losse gerugten. Evenwel kreeg het laatste eenige waarschijnlijkheid omdat men hier ook veel sprak van changement onder de troupes. Vrijdag 30. Er was order tot vertrek van 2 regimenten van hier. Ook moest ik veel schepen pressen na Vlissingen en Antwerpen. De koning was volgens de couranten ook na Compiègne om de nieuwe keizerin tegemoet te gaan. Hij was dus ook onder de feestgenoten. De koningin wierd ook aldaar verwagt. Zou dit eene verzoening beduiden? Hoe geheim ook het tractaat gehouden wierd, waarover voorlede maandag door 't Wetgevend Lichaam rapport was uitgebragt, men scheen vrij algemeen en zeker te weeten, dat de afstand van geheel Zeeland, geheel Braband, het indienstnemen van eenige duizend man Fransche troupen en volgens zommige nog enige millioenen den hoofdinhoud uitmaakten. Er schenen tog nog buitendien articles convenus of geheime te wezen. Ik blijf vermoe den, dat die applicabel zijn op den uitslag der onderhandelingen met Engeland en welligt het tractaat geheel van natuure zullen doen ver anderen, wanneer die mogten gezegend zijn. Quod det Deus! Gistren hadden de Engelsche weer de tonnen in den Deurloo geligt. En er zijn altoos enige schepen voor de wal. Saturdag 31. Heden kwamen circa 400 man Zwitsers binnen. Thans bedraagt het geheele guarnisoen nagenoeg 1300 man en in het geheele eiland zullen niet meer wezen dan 3000 man. 104

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 152