Hollanders en 6000 Franschen in dienst hebben om met Fransche doua- 1810 april niers op den handel met Engeland te letten en voor july 9 schepen, 6 fregatten en 100 cannonneerbooten moeten in dienst en gereed hebben. Alle met Americaanse schepen aangevoerde coloniale producten wierden geconfiskeert voor Frankrijk, en allen handel met Engeland ten striksten verboden, zo lang Engeland zijn decreet van 1807 over de blokkades etc. niet zou hebben ingetrokken. En zo voorts. In dezelfde courant wderd ons nog medegedeelt een koninglijk decreet dato 31 maart, waarbij alle amptenaaren en andre in Zeeland van den eed aan den koning wierden ontslagen. Ziedaar dan eindlijk de ontknoping. Particuliere brieven mel den, dat aan Holland Munster en Paderborn voor vergoeding wierden toegevoegt, dog het tractaat zweeg er van. Ongelukkig vaderland. En nu Zeeland afgescheydenZou nu Zeeland hierdoor minder of meer dan Holland lijden? Dit zal te bezien staan. Maar wat baat die speculatie? Er is een tractaat over te schrijven en dan nog kan alleen de uitkomst beslissen. Ondertusschen word het voor individueele inwoners niet maklijk om te beslissen, wat te doen: hier te blijven of na Holland te gaan. Ik vind voorzigtigst nog eens af te wagten 1. de komst van den koning te Amster dam, 2. verzekering of er nog onderhandelingen zijn met Engeland ja dan neen, 3. hoe dat Holland bestaan en voor zijn schulden zorgen zal. Men kan waarlijk, zoals de zaaken thans staan, moeilijk beslissen of men beter zal wezen in Holland dan hier. En op een lossen voet in zulk een belang rijk onderwerp te besluiten is zeer gevaarlijk. Ik blijf dus voor mij nog in het onzekere verkeeren en met den dag leven, temeer daar, wanneer ik alles combineer, ik dan hier en daar wijzingen aantref, die mij schijnen te zeggen dat alles nog in zekere omstandigheden veranderen kan. Ik meen dit misschien te zien omdat ik er na verlang. Maar het is dan op zijn ergst maar eene illusie, die in alle gevalle dit goed heeft, dat zij mij meer moed en opgebeurdheid geeft dan wanneer ik die niet had. Volgens sommige berigten wierd de koning in korten te Amsterdam verwagt. Ik ontfing nog heden een missive van den landdrost met een koninglijk decreet, dato 1 maart, waarbij de heraldique commissie gecon tinueerd wierd, onvermindert den reeds afgeschaften adel. Ik liet ze na tuurlijk, zomin als veele voorgaande stukken, niet publiceeren. Donderdag 12. Heden nog bande de balliuw de vierschaar uit naam van den koning van Holland. De praesident van de rechters, die gezamentlijk hadden aangenomen regt te spreken uit naam van den keizer, zeyde hierop, dat om reden geen vierschaar zoude gehouden worden. Er wierd wel door 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 155