der fortificatiën. Er kruisten dagelijks Engelsche schepen voor de wal. De 1810 april
effecten in Holland hieven op 24 a 26 pet. Men sprak al van nieuwe be
lastingen dog in vago. De aanspraken van den Staatsraad en Wetgevend
Lichaam aan den koning bij gelegenheid van zijn retour, zo min als zijn
antwoord waren van geen bijzondre beduidenis.
Vrijdag 20. De generaal Gilly had geen bedenking in mijn concept publi
catie. Zij wierd dan alzo gepubliceerd en geaffigeerd op morgen. De
generaal verhaalde mij, dat de hertog van Reggio dien dag zijn hoofd
kwartier etahlisseerde te Utrecht om aan chef te commandeeren de 18000
man, volgens tractaat in dienst zijnde. En nu is de koning, koningin en
die hertog zamen te Utrecht. Welk eene situatie. Een vrouw bij zig, die hij
liever nooit zag en een Fransch generaal, die over zijn eige troupen het
bevel voert. Neen, de vernedering is al te sanglant. Er moet meer agter
zijn als wij tot nu toe weeten. Ik kan anders niet begrijpen, hoe het
mogelijk is voor den koning om zulk eene situatie door te staan.
Saturdag 21. Heden kwam een arrêté in van den sousprefect, volgens
welke ik geen (jassen meer kon afgeven, maar alleen certificaaten. Men
moest dan met zulke certificaten van ouderdom, bedrijf en signalement
zig bij request vervoegen. Voor de reis in Vrankrijk zal hij dan paspoorten
geven, maar na Holland, dat nu buitenlands is, moet het door den prefect
te Gend gegeven worden. Gereed kerkgaan, zeker niet om het gemaklijk
te maken. Zou men ook op die wijze meester willen blijven om de men-
schen in het land te houden? Het recept is probatum, maar voor hun, die
vertrekken willen, moeilijk om te digereeren.
Zondag 22 viel niets bijzonders voor. Geen drukte.
Maandag 23. Ik had alle de gemeentebestuuren van 't eiland bijeengeroe
pen om, ingevolge een voorstel van den landdrost Ermerins, te deliberee-
ren over 't zenden van iemand in eene door hem te beleggene comparitie
te Tholen van gedeputeerden uit de eilanden, betreklijk het zenden van
eene commissie na Parijs, tot het capteeren der benevolentie van den
keizer, vermeld sub 18 april. Er was algemeene inclinatie voor, niet
weynig geholpen door het gevoelen van den heer Verheije van Citters, die
voor St. Laurens kwam, en men stemde eenparig toe, dat de man, die
voor Middelburg te Tholen zou gaan, ook spreken zou voor geheel
Walchren. Nu, dit was het oogmerk. Ik maakte mij de praesentie van den
heer van Citters ten nutte om hem te engageeren van zelfs die conferentie
111