1810 mei nieuwen prefect de Coninck. Hij stond mij zeer wel aan, scheen een zagt en gul mensch en voldeed ons allen zeer wel. Over het veranderen van woonplaatse scheen hij, toen de heer Vernede daartoe zijn voornemen te kennen gaf, gansch niet faciei. Donderdag 31. Behalven de drukte over de gardecótes en de commissie van Z.M. had ik [het] thans weer vrij rustig. 132

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 180