1810 juli Zondag 1. In de Haagsche Courant wierd uit Frankfort gemeld, dat de negotiatiën met Engeland nog niet afgebroken waren en dat Engeland nog bleef staan op schadevergoeding van bevriende mogendheden. Ut... verum sit. Dog wie durft zig vleyen? In Holland was er iets meer opgeruimdheid. Evenwel scheen alles aan een zijde draad te hangen en zo lang Verheul niet weer als ambassadeur geadmitteert was, scheen men op niets staat te maken en ook zoo lang ontrent het finantieele niets te willen doen. Met dat al, wanneer die staat zoo duuren moet, zal het vanzelf als een knippelspulletje in duigen vallen. De 3 pet schuldbrieven staan nog 20 a 21 pet. De keizer heeft nu allen vervoer van graanen na Holland verboden. Hoe zal men daar aan de kost komen? Zeker zeer duur. De heer A. C. van Citters was gistren uit Holland gekomen, had den koning gesproken, die zeer beleeft was. Dog ten aanzien van het obti- neeren van eenig burgerregt in Holland, om daardoor casu quo derwaarts te kunnen gaan, scheen hij ongenegen dit meer te verleenen, parceque son frère ne le respectoit point et qu'il ne pouvoit plus le compromettre. De man heeft waarlijk gelijk. Zijn positie is voorwaar niet koninglijk. De heer A. van Doorn liet mij heden het antwoord lezen van den prefect op zijn voorstel, om zig te considereeren, qua staatsraad extraordinair, als ko ninglijk amptenaar en dus bevoegd en genoodzaakt om na Holland te gaan. Nagenoeg kwam het hierop neer. Vous ne pouvez vous considérer, Monsieur, aussi moins que moi, que comme citoyen francais; je ne doute que vous tacherez de remplir les devoirs que cette qualité vous impose. Vrij gedecideert dus. Het gevolg is, dat hij nu hier blijft. Tant mieux pour nous tous, hoe hard ook. Maandag 2. Heden gingen alle de troupen campeeren. Er bleven maar 25 man in de stad. De prefect deed zijn entree in de sociëteit. Men had hem die, en ook aan den generaal Gilly geoffreert. Dingsdag 3. De heer A. van Doorn was benoemd in de commissie na Parijs volgens kevserlijk decreet van 15 Mey. Ook sprak men [van] Bijleveld en Philipse. Ik had een kleine apprehensie gehad voor mijn benoeming. Nu is dit over en ben zeer tevrede. Er zou wel veel nieuws, maar ook veel verdriets te haaien zijn en zeer waarschijnlijk geen inner lijke verbetering. Veelligt het tegengestelde. Van dien kant dan ook reden van dankbaarheid. Woensdag 4. De tijdingen waren voor Holland zeer allarmant. Verheul zou reeds na Parijs gezonden zijn met eene submissie van den koning en de Fransche troupes rontom Amsterdam. De 3 pet schuldbrieven 19 a 20. 138

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 186